829
maakt het mogelijk om de batterij te splitsen in 2 half batterij en, die dan
kunnen bestaan uit 2 wagons No. 1 of 2 wagons No. 2 of 1 wagon No. 1 met
een wagon No. 2. Alle wagons en de tractors zijn gepantserd en bovendien
voorzien van radio en telefoonmaterieel (voor verbinding via het spoorweg
telefoonnet). De munitievoorraad is als volgt. Voor de wagons No. 1 6000
schoten met een gewicht van 6 ton bij een dagvoorraad van 1500 schoten per
stuk. Voor het materieel van 7,6210,5 cm. een dagvoorraad van 300 200
schoten per stuk, dat is eveneens een gewicht van 6 ton voor een wagon
No. 2.
Omtrent het tactisch gebruik wordt gezegd, dat men zich niet behoeft te
beperken tot verdediging van vitale spoorwegpunten of industriecentra, doch
men kan het materieel eveneens benutten voor begeleiding van treinen voor
munitie- en troepenvervoer, de bewaking van munitiedepots, enz. Zelfs
wordt de mogelijkheid van bescherming van marschcolonnes voorzien. Men
kan de batterij daarbij in haar geheel laten, met half-batterijen of met afzon
derlijke wagons optreden. Gebruik van de geheele batterij wordt aanbevolen.
Het oppervlak hiervan bedraagt slechts 4 m. X 40 m., zoodat de trefkans
hierop gering is. Tegen laagvliegende vliegtuigen dient te worden gerekend
op vuur tijdens den marsch. Een eventUeele vernieling van de spoorbaan
door vijandelijke vliegtuigen wordt niet zwaar geteld, aangezien de ervaring
tijdens den wereldoorlog geleerd heeft, dat dergelijke vernielingen meestal
binnen een uur konden worden hersteld. Gewezen wordt op den eisch van
behoorlijke dekking en camouflage, die echter moeilijk is te verwezenlijken.
Het is daarom noodig, dat de batterij in rusttoestand wordt opgesteld in een
remise of onder een afdak om eerst bij alarm in stelling te komen.
Naar onze meening meet de S. de voordeelen van een dergelijke spoorweg
batterij wel wat breed uit en neemt hij de nadeelen „en bagatelle", terwijl
de uitwerking van het vuur van een „haïf-batterij" blijkbaar wordt overschat.
T.
Intendance, legerverpleging, enz.
Revue de 1' Intendance Militaire. Maart/April 1934.
Intendant Militaire de 3ième classe Millot, vervolgt zijn artikel over
„Le problème du Blé", waarin thans o.m. worden behandeld de situatie van
de graanmarkt in Frankrijk, de eischen waarnaar ten behoeve der defensie
moet worden gestreefd, de verschillende maatregelen die ten opzichte van
het buitenland kunnen worden genomen, die welke in het land zelve moeten
worden genomen en de wijze waarop de intendance practisch het prijsver
loop eenigszins kan beïnvloeden door een deel van de jaarlijksche hoeveel
heid van 540.000 quintalen (marine inbegrepen) aan te schaffen in het
begin van den oogst, wanneer het aanbod groot en de prijzen laag zijn.
Schr. bespreekt vervolgens de gevolgen van het verminderen der productie
en de verhooging van het verbruik en besluit zijn uitgebreide studie met de
opmerking, dat geen enkel land in de huidige omstandigheden op zich zelf
kan leven. Men heeft de producten van andere landen noodig en kan een
afzetgebied voor eigen producten niet missen.
Idem. Het artikel„Les Liaisons Maritimes de la France avec ses Co
lonies", van den Intendant lre classe Mazars, wordt vervolgd met een over
zicht, voor elke kolonie afzonderlijk, van de scheepvaartverbindingen met
het moederland. Een opsomming wordt gegeven van de verschillende havens,
hun bruikbaarheid voor verschillende soorten van schepen en hun outillage.
Tenslotte wordt een hoofdstuk gewijd aan de verbinding dezer havens met
het achterland, waarbij nadruk wordt gelegd op het groote militaire be
lang, vooral in een kolonie, van goede verbinding tusschan de kust en het
achterland.
In het Militar Wochenblatt van 18 Maart 1934 No. 35 komt op blz. 1156
een foto voor van een nieuw model keukenauto, welke naast twee groote