926 sectie mitrailleurs is ingedeeld wel kunnen de mortieren tijdelijk worden afgestaan aan den commandant van de spitscompagnie, om naar diens aanwijzingen weerstanden te breken. Overigens blijven zij onder bevel van den bataljonscommandant en marcheeren ter hoogte van de bataljonsreserve. Bij inleidende gevechten zal de munitie van de mortieren z.v.m. gespaard worden. Zoo nemen de mortieren bij het vermeesteren van de voorposten- strook en het veroveren van een uitgangsstelling voor den hoofdaanval in beginsel niet deel aan de inleidende beschieting. Tijdens dien aanval is echter een belangrijke taak voor de mortieren weggelegdplotseling weer opdui kende mitrailleurs of andere weerstanden worden geneutraliseerd of ver nietigd Daartoe rukken de mortieren tot zoo dicht als de veiligheid maar eenigszins toelaat achter de voorste troepen op, om daar een vuurbasis te vormen, van waaruit z.m. de geheele aanval gesteund kan wordenis dit niet mogelijk, dan geschiedt stellingverandering zoodanig, dat steeds een stuk per sectie in stelling staat, gereed om te steunen deze stellingver andering moet dan zoo tijdig geschieden, dat het tweede stuk weer in stelling staat, wanneer de afstanden voor het eerste te groot worden (Hier zij gewezen op het slot van punt 50 onzer „Gegevens enz." waar wordt gezegd„Indeeling bij de voorste compagnieën zal derhalve in deze periode (na het binnendringen in de vijandelijke stelling) meestentijds geboden zijn". N.o.m. kan hier slechts sprake zijn van een zeer tijdelijke indeeling de mortieren blijven een bataljons wapen hoofdzaak is echter, dat zij in deze kritieke periode niet werkeloos zijn). Moeten bij den aanval op de hoofdweerstandsstrook, waarvoor dezelfde beginselen gelden, de mortieren noodgedwongen deelnemen aan de inlei dende beschieting, dan moet getracht worden extra-munitie aan te voeren. Bijzonder actief moeten de mortieren deelnemen aan het afslaan van tegenaanvallen, waartoe desnoods alle munitie wordt opgeofferd. Is het eerste aanvalsdoel bereikt, dan zullen zij met de automatische wapens beschermende vuren leggen vóór de voorste lijn, teneinde een zoo goed mogelijk aaneengesloten vuurfront te verkrijgen. Meestal blijven de mortieren onder bevel van den bataljonscommandant bedektheid van het terrein in een der compagniesvakken kan echter nopen tot indeeling van een sectie bij een der voorcompagnieën zoodra de terrein gesteldheid dit toelaat komen zij echter weer onder bevel van den bataljons commandant. Bij de vervolging volgen de mortieren de afdeeling waarbij zij zijn inge-» deeld bij stuiten op nieuwen weerstand, en wanneer de artillerie niet snel genoeg kan ingrijpenzonder aarzeling inzet tot het laatste projectiel. De munitieuitrusting vraagt de volle aandacht zij zal veel handlangers vergen, die aan andere onderdeelen moeten worden onttrokken. (Onze organisatie met draag- en draagtrekpaarden maakt het mogelijk het aantal van andere onderdeelen te vragen handlangers veelal te beperken). Hoewel een uitgesproken aanvalswapen, kan de mortier ook in de verde diging belangrijke diensten bewijzen de munitieaanvulling behoeft dan minder moeilijkheden te bieden. Zoowel vóór als in de hoofdweerstandsstrook kunnen vuren worden gelegdde gunstigste opstelling daartoe wordt geacht op 800 m van de frontlijn, dus bij de bataljonsreserve. Mortieren van de divisie reserve, ingezet bij de voorste regimenten, blijven onder rechtstreeksch bevel van den divisiecommandant. Voor gebruik bij de voorposten leenen mortieren zich minder goed. Storen de vuren zullen alleen op betrekkelijk korten afstand worden afgegeven aan afsluitingsvuren voor de voorpostenstrook nemen de mortieren normaal niet deeldeelneming aan tegenvoorbereidingsvuren stelt de mortieren on tijdig bloot en kan leiden tot vernietiging de belangrijkste taak vinden de mortieren in de verdediging in afsluitingsvuren voor de hoofdweerstands strook, w.o. de stormvuren, en in de hoofdweerstandsstrook bij tegenaan vallen en tegenstooten, waarbij de artillerie vaak machteloos zal zijn door den korten afstand van de infanterie tot den vijand.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 100