932 Aandacht verdient nog de volgende opmerking van v.d.S.: .Evenmin als de gaszieken verpleegd mogen worden op dezelfde zalen als de gewone zieken ot de operatiepatienten, evenmin mogen de verschillende gaszieken gecom bineerd worden behandeld en verpleegd. Hiermede zal, zoowel bij het inrichten van afdeelingen voor de behandeling van gaszieken in ziekenhuizen, als bij het oprichten van verbandplaatsen rekening moeten worden gehou den In hetzelfde nummer van Luchtgevaar treft men een ingezonden artikel aan van Jac. Creyghton, arts, onder den titel„Eerst spalken of eerst ver- voeren Naar aanleiding van een oefening in luchtbescherming in Terneuzen wordt de vraag gesteld of een patiënt met een gebroken been, liggende in een door gas besmette omgeving, eerst moet worden behandeld of eerst vervoerd Kapitein J. H. van RIESEN en Dr. v.d. STEMPEL zijn van meening dat, alvorens het been te spalken, de patiënt uit de gasatmosfeer moet worden verwijderd. Dr. CREYGHTON daarentegen, acht vervoer van een patiënt met een beenbreuk ontoelaatbaar, zoolang de breukstukken niet zijn geïm mobiliseerd. Schrijver wijst er op, dat tijdens het vervoer gemakkelijk een open beenbreuk kan ontstaan, waardoor de kans op genezen veel kleiner wordt. Volgens dezen arts zijn punten van overweging bij de beslissing tusschen eerst spalken of eerst vervoeren: de plaats en de hoedanigheid van de beenbreuk, de afstand waarover vervoerd zal moeten worden al vorens de definitieve hulp kan worden verleend en de wijze waarop dit vervoer zal geschieden. Hierbij dient te worden aangeteekend, dat de eerste hulp m den regel wordt verleend door niet-medici, en dat, indien het advies va" een medicus eerst moet worden afgewacht, de patiënt door de gasver giftiging reeds is overleden of zoo ernstig is beschadigd, dat aan herstel niet meer kan worden gedacht. Bij gasvergiftigingen geldt nog meer dan bij andere ziekten, dat met vroegtijdige hulp zeer veel kan worden bereikt, terwijl van te laat ingestelde behandeling niets is te verwachten. Inzender echter komt tot de conclusie, dat het beter is den patiënt eerst te spalken De reddingsploegen moeten z. i. gasmaskers medevoeren om de gewonden tegen het inademen van schadelijke gassen te kunnen beschermen. Voor iedereen, die bekend is met de moeilijkheden welke zich bij het ver krijgen van een goed passend gasmasker kunnen voordoen, lijkt deze oplossing van het vraagstuk niet erg gelukkig gekozen. Overigens kan nog worden opgemerkt, dat een verblijf van enkele minuten in een met gas bezwangerde atmosfeer over het leven van den patiënt kan beslissen. Kort voor het ter perse gaan van dit referaat ontving ik het Juli-nummer van Luchtgevaar, waarin Dr. CREYGHTON nogmaals terugkomt op het bovenbesproken onderwerp. De schrijver handhaaft het standpunt, dat een patiënt met een gebroken been, die zich in een met gas besmette atmos feer bevindt, eerst voor de beenbreuk moet worden behandeld en hierna vervoerd. „Het gevaar, dat de ongelukkige loopt, wanneer hij nog vijf minu ten langer met een gasmasker op, in een met mosterdgas besmette omge ving ligt, is geringer dan het gevaar dat een infectie hem brengt, straks m zijn veilige bed". De schrijver acht dus een verblijf van 5 minuten in een met mosterdgas besmette omgeving van weinig belang voor het verdere verloop van de ziekte. Dit is merkwaardig en in strijd met de opvattingen die tot nu toe in de gasliteratuur gelden en waarvoor ik nogmaals verwijs naar de bovenvermelde uitspraak van Prof. Gebele. Onjuist is ook de opvatting van den schrijver, dat mosterdgas nooit in plasjes op het terrein aanwezig is. Hoewel schrijver zich beroept op een uitspraak van Overste SCHILDERMAN in het Juni-nummer van MAVORS, kan ik tegenover deze opvatting, die van den bij uitstek deskundige Hanslian stellen, die in zijn bekende werk „Der chemische Krieg" herinnert aan de beschieting van Armentières op 9 April 1918, waar het mosterdgas in beekjes over de straten vloeide. Het schrikbeeld van den van mosterdgas druipenden patiënt is dus niet zoo overdreven als de schrijver denkt

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 106