934
Voor de beschadigingen veroorzaakt door de inwerking van mosterdgas
is een vroegtijdige diagnose, daar geen direkt levensgevaar dreigt, niet zoo
belangrijk. De waargenomen veranderingen zijn echter voor de pathologie
der dichloordiaethylsulfidaandoeningen van groote beteekenis. Het optreden
van icterus als naziekte van mosterdgasvergiftigingen deed reeds vermoeden,
dat veranderingen in het bloed aanwezig zijn. De onderzoekingen van
Muntsch brachten een volkomen verandering van het bloedbeeld aan het
licht. Er bleek, bij de door hem onderzochte dieren, naast een sterke neu
tropenic en uitgesproken lymphocytose, een vermindering van het aantal
erythrocyten en een daling van het haemoglobinegehalte te bestaan. In
enkele gevallen waren de eosinophiele cellen uit het periphere bloed ver
dwenen. [Merkwaardig is dat Stewart, bij menschen een sterke stijging van
het aantal neutrophiele cellen en een vermindering van het antal lympho-
cyten heeft waargenomen. Alleen in zeer ernstige gevallen kon deze onder
zoeker een duidelijk leucopenie vaststellen en zag in één geval het aantal
neutrophiele cellen dat den eersten dag zeer sterk was toegenomen, op den
tweeden dag tot 33800, den derden dag tot 15800 en den zevenden dag (16
uren voor den dood) tot 172 dalen. Waarschijnselijk heeft Muntsch, bij zijn
proeven op dieren, ernstige vergiftigingen te weeg gebracht, daar hij steeds
een leucopenie heeft waargenomen.
Volgens Vedder verdwijnen bij met mosterdgas vergiftigde menschen de
eosinophiele en basophiele cellen uit het bloed. Deze laatste waarnemingen
bij menschen komen dus geheel met die door Muntsch zijn gedaan bij
dieren overeen. V.].
Uitermate belangrijk voor de pathologie en diagnose der mosterdgasbe
schadiging is de door Muntsch waargenomen toxische korreling van de leu-
cocyten. Deze korreling ontstaat 3 a 4 uur na het inademen van mosterdgas-
dampen of na het inwerken van vloeibaar mosterdgas op de huid. Naarmate
de vergiftiging sterker is en dus meer mosterdgas is opgenomen, is de korre
ling duidelijker. Zij bedraagt in sommige gevallen 75% van alle segment-
kemige leucocyten. De korreling blijft ook in de reconvalescentie na het
verdwijnen van de locale verschijnselen bestaan.
In gevallen van vergiftiging met verschillende soorten strijdgasen of
indien een onduidelijk ziektebeeld bestaat, kan het waarnemen van een
toxische korreling der leucocyten voor de differentieel diagnose van belang