Bij de oefeningen te Tjimahi werd ook het bezwaar, dat de achterste drager geen zicht op den grond heeft, onder oogen gezien. Dit bezwaar is echter in normale omstandigheden niet overwegend. In die gevallen, dat het terrein zulks eischt, komt de derde man te hulp. De draagbaar wordt dan aan het achterste einde door twee man ondersteund, waardoor vanzelf het boven genoemde bezwaar komt te vervallen. Het ligt in de bedoeling, bij eventueele invoering van de nieuwe helpzeelen, dat elke ziekenverpleger en ziekendrager een op maat ingekort helpzeel, als behoorend tot zijn uitrusting, bij zich draagt. In totaal worden dan per hulpverbandplaatsafdeeling 28 stuks helpzeelen verstrekt. Roode kruis-armbanden. Het geheele personeel van de hulpverbandplaatsafdeeling, d. i. 34 man, krijgt elk, ter onderscheiding, een roode kruis-armband, welke door de bevoegde militaire autoriteit is gestempeld. Allen dragen een identiteitsbewijs met zich, welk bij de militairen bestaat uit een aanteekening in het zakboekje en bij de overigen uit een identiteitskaart. (Artikelen 9 en 21 der Conventie van Genève van 27 Juli 1929). Electrische lampen. Het ligt in de bedoeling, dat de bij elke draagbaar behoorende verband- of transportploeg (zie blz. 34) van 3 man uitgerust wordt met een electrische lamp, model Everready. Deze „center"-lampen zijn reeds bij vredesmanoeuvres van groot nut gebleken, o.a. bij de oefeningen bij Wanajasa. Ter voorkoming van ongewenschte lichtweerkaatsing zullen zij vervat worden in een foudraal van doek. Nagegaan zal worden in hoeverre een groen schilderen van de lamp dit bezwaar reeds zal opheffen. Het materieel van de hulpverbandplaats in engeren zin. Dit was vroeger verpakt in acht verbandmanden en geladen op twee inheemsche paarden. Bij de nieuwe organisatie is het materieel belangrijk uitgebreid. De bedoeling van deze uitbreiding is om de mogelijkheid te scheppen, dat de hulpverbandplaats kan voorzien, behalve in 1°. de dagelijksche geneeskundige verzorging van het bataljon, 2°. de verzorging van zieken en gewonden in de voorste linie, 3°. in de twee bovengenoemde behoeften ook eventueel gedu rende langeren tijd. (indien bv. het contact met de buiten wereld is verbroken). Dit uitgebreide materieel is nu verpakt op twee (Japansche) treinkarren. Elke treinkar is bespannen met twee inheemsche 10

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 120