paarden, eèn vandehandsch en eèn bijdehandsch. Op den rug van elk vandehandsch trekpaard is een compleet draagkussen bevestigd, zoodat het zonder meer ook als draagpaard kan wor den gebezigd. Dit zal het geval zijn, wanneer bijv. een hulpver- bandplaats in het terrein moet worden opgericht, daar waar de treinkarren zelf onmogelijk kunnen komen. Proeven zullen worden genomen met treinkarren, voorzien van wielen met luchtbanden. Van deze treinkarren, waarbij het schok ken van het materieel tevens zeer wordt gereduceerd, wordt verondersteld, dat zij den troep in het terrein veel verder zullen kunnen volgen dan die met gewone wielen. Wat betreft de aard der bepakking van de twee treinkarren (mandjes, kistjes en losse artikelen) wordt verwezen naar het overzicht op bijlage I. Omtrent de wijze van bepakking nog het volgende. De onderste laag op de eerste treinkar wordt gevormd door zes verbandmandjes: waarop dan verder de overige artikelen komen, met uitzondering van de twee paar draagsteden, welke achter tegen de eerste kar worden bevestigd. Deze twee paar draagsteden worden op de draagkussens van de twee vandehandsche paarden aange bracht, in geval deze als draagpaarden worden gebezigd. De draagbaren worden in opgerolden toestand medegevoerd. De nuttige belasting van een met twee paarden bespannen treinkar is 300 kg. Voor de eerste treinkar is de gewichtsver- deeling van de bepakking als volgt. 11

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 121