In mandje 4 bevindt zich de voor sterilisatie benoodigde petro-
leumsnelkoker. Deze bestaat uit losse deelen en kan boven het
reservoir met een schroefdeksel worden gesloten. Hierdoor wordt
het lekken, ook wanneer de koker gevuld wordt meegevoerd, erg
verminderd. Om verontreiniging van de overige inhoud van het
mandje te voorkomen is de koker voorts verpakt in een zinken
doos met lang overlappend deksel. Hoeveel bezwaar ook bestaat
tegen vervoer van dit toestel tezamen met verbandartikelen is de
meevoering in een der eerste vier mandjes toch noodzakelijk,
omdat het de bedoeling is, dat alleen met deze eerste vier mand
jes desnoods reeds een hulpverbandplaats in werking kan treden.
Moet een hulpverbandplaats worden opgericht op een plaats
dusdanig in het terrein gelegen, dat de treinkarren niet meer tot
daar kunnen oprijden, dan worden op een plaats, terzijde van
den weg, zoodat overig verkeer niet belemmerd wordt, deze vier
mandjes in elk geval overgeladen op één van de vandehandsche
trekpaarden, dat dan verder als draagpaard fungeert. Om het
paard aan beide zijden gelijk te belasten worden aan de eene
zijde de mandjes No. 1 en 4, aan de andere zijde de mandjes
No. 2 en 3 bevestigd. Welke mandjes van de treinkar men voorts
op het tweede draagpaard zal overpakken, hangt van de omstan
digheden af. Op dit onderwerp wordt later teruggekomen.
In mand No. 5 bevinden zich geneesmiddelen voor tweede
urgentie. Het zijn die, welke meer op het ziekenrapport en in het
bivak of kantonnement verstrekt worden, zooals hoesttabletten,
„aspirine", enz.
Voor wondbehandeling is afgezien van de te velde moeilijk aan
te vullen Liquor Burowi. Voor dit doeleinde wordt meegevoerd
een waterige oplossing van salicylzuur (1 600), welke door ver
dunning (8 cm3 tot een halve liter) van een 10 spiritueuze
salicylzuur-oplossing gemakkelijk kan worden bereid.
Mand No. 6 bevat de verlichtingsartikelen. Conform het in
het verplegingsvoorschrift te velde bepaalde voor andere troepen-
onderdeelen, is de staf van de hulpverbandplaatsafdeeling uitgerust
met 3 stuks opvouwbare kaarslantaarns, elk met 10 kaarsen. De
stormlantaarns en de M. G. D.-kaarslantaarns (alleen te gebruiken
met kaarsen van speciaal formaat) komen te vervallen.
Daar het echter gewenscht kan zijn, bij het verrichten van
kleine operatieve ingrepen of zelfs al in het bivak bij het houden
van ziekenrapport in den avond of nacht, over een goeden licht
bron te beschikken, wordt ook een stormkinglantaarn meegevoerd.
Voorts zijn nog aanwezig twee electrische lampen, model
Everready, met reserve-onderdeelen, welke lampen bedoeld zijn
als reserve van die, waarmee de verbandploegen blijvend zijn
toegerust.
16