daar achter die muren, welke het bivak beheerschten, werd be
raamd en tot onzen ondergang voorbereid.
Geen maan verlicht het uitspansel, het is donker, zoo donker
als de tropische nacht zijn kan. Slechts enkele veldlantaarns in
het bivak verlichten de naaste omgeving.
Daar viel plotseling een schot, ongeveer te kwart over elf.
Oogenblikkelijk daarna brak van alle kanten een vreeselijk vuur
uit repeteergeweren los, hetgeen onze troepen reeds dadelijk
verscheidene dooden en gewonden bezorgde. De houding der
manschappen liet, ondanks het plotselinge van het gebeurde, niets
te wenschen over, de alarmstellingen werden kalm ingenomen.
Ook in den nu volgenden tijd bleef de troep rustig, hoewel van dek
king tegen het vijandelijk vuur in het open bivak geen sprake kon
zijn. De Baliërs zelf gaven hun vuur af van achter de hooge klei-
muren van de aan het bivak grenzende poeri en van de naburige
kampongs. Twee malen werd door den vijand beproefd het bivak
stormenderhand te overrompelen, doch eenige schoten uit onze
vuurmonden richten onder de dichte drommen Baliërs groote
verwoestingen aan, zoodat zij van hun voornemen moesten afzien.
De toestand der onzen verergerde, toen de Baliërs schietgaten
in de muren braken. Thans konden zij uit volkomen gedekte op
stelling hun vuur afgeven slechts nu en dan werden ze door onze
vuurmonden voor een kort oogenblik tot zwijgen gebracht.
Tegen den morgen van 26 Augustus was het mogelijk de verlie
zen te overzien. Welk een schouwspel bood het bivak! Van de
250 man waren 8 gesneuveld en 72 gewond, de meeste paarden en
muildieren waren gedood en nog altijd kostte 's vijands vuur ons
nieuwe offers. Daarom besloot de opperbevelhebber dekking te
zoeken in den aan het bivak grenzenden tempel, daar was men
ten mmste door de 4 m hooge muren voorloopig tegen het vijan
delijk vuur gedekt.
Om 7 v.m. was alles in het nieuw gekozen bivak bijeen, tegen
de muren werden een paar bamboeladders geplaatst en voorts wer
den schietgaten gemaakt. Doch de toestand bleef hachelijk, eten
noch drinken was aanwezig, de manschappen beschikten nog
maar over weinig patronen.
Hulp uit het sawahbivak tusschen Mataram en Tjakranegara
kwam niet opdagen, wel hoorde men vuren in die richting. In den
tempel blijven zonder levensmiddelen en munitie was onmogelijk,
dus diende men het nieuwe bivak te verlaten; wel een uiterst ge
vaarlijke onderneming doch slechts de eenige, welke kans op red
ding bood.
Van te voren wilde de opperbevelhebber de beide colonnes in
het binnenland doen waarschuwen, opdat deze in opvolging van
het gegeven bevel naar Tjakranegara terugkeerend op alles voor
bereid konden zijn en het kampongcomplex tusschen de hooge
kl'eimuren wijselijk zouden vermijden. Hoewel geheele kwijt
schelding van straf werd beloofd was geen der dwangarbeiders
844