Het caporit, hetzij in substantie of oplossing, neemt bij de be handeling van gaszieken een vooraanstaande plaats in. In verband met het sterk aantastend vermogen is het in beide mandjes slechts, in geringe hoeveelheid aanwezig. De groote voorraad (6 blikken a 1 kg) is apart verpakt in een houten kist (No. 16). De „mengflesch" is een bruine wijdmondsche flesch van 50ö cm3, bestemd voor het mengen van caporit met water of magne- siumoxyde. Voor gaszieken voorts veel gebruikte geneesmiddelen zijn de 2°/o natriumbicarbonaat-en de 1 °/oo kaliumpermanganaat-oplossing, van elk waarvan een halve liter wordt meegevoerd. Voor den aanmaak van nieuwe hoeveelheden natriumbicarbonaatoplossing zijn toegevoegd 20 poeders a 10 gram, waarvan dus eèn poeder met een halve liter water juist de goede verdunning geeft. De voor raad kaliumpermanganaat-oplossing kan worden aangevuld door 10 cm3 van de geconcentreerde (5%) oplossing te verdunnen met een halve liter water. Hierdoor ontstaat weer juist de 1 °/oo -oplossing. Bovendien zijn nog kaliumpermanganaat-tabletten van 250 mg aanwezig. Ter inhaleering worden meegevoerd de inhalatievloeistof I, be staande uit alcohol 40 g, chloroform 40 g, aether 20 g, ammonia gtt. X (door verstuiving) en de inhalatievloeistof II, bestaande uit een 2°/0-oplossing van menthol in benzoëtinctuur (door inademen van 4 cm3 in heet water). In ampullen worden meegevoerd de gebruikelijke middelen voor aanzetting van hartswerking en bloedsomloop, voor pijnstilling en voor het tegengaan van het bij gaszieken zoo gevreesde long oedeem. Mand No. 12 bevat, ten behoeve van de gaszieken, een aparte hoeveelheid verbandmiddelen, zooals die ook in de andere ver- bandmandjes voorkomen. Indien zoowel gaszieken als gewonden moeten worden verzorgd, is het namelijk gewenscht zoo lang en zoo goed mogelijk de behandeling van deze twee categorieën gescheiden te houden. In de gasmandjes worden verder aangetroffen dikke gummi handschoenen en een voorschoot van hospitaaldoek, welke be stemd zijn voor den behandelenden dokter of verpleger, wanneer de aard der chemische besmetting het noodzakelijk maakt dezen althans eenige beschutting te geven tegen herbesmetting. Geheel gasdichte kleeding kan eventueel van de gaszieken-verbandplaats- afdeeling worden betrokken. De inhoud van mand No. 13 vormt tezamen met die van mand No. 14 een kleine reserve-voorraad verband ter aanvulling van de manden 3,4 en 12. Mand No. 13 bevat in hoofdzaak gaas- compressen, handschoenen, verbanddoeken, kleefpleister en ver bandwatten, mand No. 14 steriele noodverbanden en zwachtels. 22

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 132