in noordelijke richting afdeelingen dier colonne op het centrale
kruispunt zag.
De midden colonne had in den aanvang van haar marsch geen
moeilijkheden ondervonden, was Tjakranegara van het westen
uit ongeveer 300 m binnengedrongen, toen ook daar de Baliërs
werden gealarmeerd. Daarna vertoonde de opmarch in hoofdzaak
het zelfde karakter als die der rechter colonne. Het duurde nog
geruimen tijd eer de colonne Swart den aanval op het vorsten
verblijf, het hoofddoel van den dag, kon beginnen. Doch eerst
moest nog menig verwoed gevecht geleverd worden om het om
liggende terrein van vijanden te zuiveren, zoodat het bijna elf
uur werd, voor de aanval op de poeri werd ingezet.
De genietroepen legden een mijn van springgelatine in den
westelijken muur, waarna de troepen in de poeri binnendrongen.
Deze bestond uit verschillende, door hooge muren van elkaar
gescheiden vakken. Men was wel in de poeri, doch daarmede nog
geen meester van dit centrum der Balische verdediging.
Intusschen was de rechter colonne, zooals we zagen, na een
moeilijken opmarsch bij het kruispunt aangekomen. Hier werd in
den zuidmuur een mijn aangelegd, zoodat men ook van dezen
kant het vorstenverblijf kon binnendringen. Door vereenigd optre
den der beide colonnes werd de vijand steeds meer naar het bin
nenste gedeelte van de poeri gedrongen. De reserve volgde lang
zaam langs den grooten weg, waarbij haar veldartillerie nog vaak
actief optrad tot het onder vuur nemen van de poeri's en van vijan
den, die zich op den breeden weg vertoonden. Tegelijk dekte de
reserve de opmarschwegen van de rechter en van de midden
colonne.
Gaan we thans naar de linker colonne terug. Deze marcheerde
langs den rechter oever van de Antjar naar den noordwestrand
van Tjakranegara. Nadat deze troepen door de Baliërs waren
ontdekt, werd in eersten aanloop de rand binnengedrongen en
bereikte men al vechtende een uur later den van noord naar zuid
loopenden hoofdweg. Veel last had men van noordelijke richting
uit opdringende Baliërs, waartegen de artillerie herhaaldelijk in
stelling kwam.
Ten einde nu tegen het hoofdobject te kunnen ageeren, diende
een frontverandering naar het zuiden te worden uitgevoerd, doch
dit was voor het oogenblik onmogelijk, daar een Balische bende
de colonne in het oorspronkelijke front vasthield. Voorloopig'
bleef de linker colonne dus waar zij was, n.l. aan den grooten weg
naar Goenoeng Sari, front makende naar het oosten en naar het
zuiden.
Te 7.30 v.m. zond de generaal-majoor Segov bericht naar den
opperbevelhebber, waarbij hij het onmogelijke van een frontver
andering zonder versterking meldde. Dit bericht bereikte zijn
bestemming echter op een moment, waarop de generaal Vetter het
niet verantwoord achtte reeds nu een deel van zijn reserve in
857