te zetten. Het antwoord van den opperbevelhebber bereikte den colonne-commandant niet, daar de met de overbrenging belaste ordonnansen steieds door vijanden werden opgehouden. De colon ne-commandant bleef dus voorloopig in het onzekere omtrent de gevraagde versterking. Toen eenige uren later de beide andere colonnes in de poeri waren binnengedrongen, was de toestand zoodanig veranderd, dat de opperbevelhebber met gerust geweten een deel van de algemeene reserve tot ondersteuning van de linker colonne kon uitzenden. Twee compagnieën rukten daartoe van het kruispunt in noordelijke richting langs den grooten weg op en bedreigden dientengevolge de Balische bende in den rug, waarna deze bende verdreven werd. Vervolgens kon nu ook de linkercolonne naar het kruispunt oprukken. Intusschen was de vijand binnen de poeri steeds meer naar het midden gedeelte gedreven. Men stuitte ten laatste op een zwaar versterkte ruimte, door dikke hooge muren omgeven dit was het hoofdverblijf, tevens schatkamer van den vorst, het eigenlijke reduit van de stelling, waarin de verdedigers zich hadden teruggetrokken. Hier wist de vijand van geen wijken, door een goed gericht vuur uit repeteergeweren werden onze troepen telkens afgewezen. Tot viermaal toe werd een storm aanval afgeslagen. Zelfs nadat op korten afstand van 25 pas een sectie bergartillerie 5 granaten in het reduit geworpen had, mis lukte een hernieuwde stormaanval. Dwingt de houding onzer troepen bewondering af, omgekeerd dient men achting te hebben voor den moed en volharding van de Balische strijders. Waarlijk behoefden ze in niets voor onze soldaten onder te doen. Immers bleven zij hier in een eerlijken strijd hun vorst tot in den dood getrouw. Ondertusschen was het drie uur geworden, de troepen waren reeds elf uur op de been zonder rust te hebben genoten. De opperbevelhebber was niet van plan met de uitgeputte troepen nog dezen dag den aanval op de zware versterking door te zetten, hoewel ongetwijfeld de beslissing in ons voordeel, doch ten koste van bloedige offers zou kunnen behaald worden. Oordeelkundig leek het hem den volgenden dag den aanval na voldoende artil lerie-voorbereiding en na het doen springen van de muren door de genie, te hernieuwen. In de onmiddellijke nabijheid van de poeri werd door het 9de en het 11de bataljon en 2 sectiën genie een versterkt bivak be trokken de overigen trokken naar hun kwartieren te Kapitan en Ampenan terug. In den nacht van den 18en op den 19en November viel er geen schot. Toen den volgenden morgen een verkenning van het bivak uit naar de poeri werd gedaan, bleek het, dat de Baliërs des nachts heimelijk hun zoo dapper verdedigde stelling verlaten hadden. 858

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 30