Een bende plunderende Sasaks werd gemakkelijk door eenige schoten verdreven, waarna door onze troepen de poeri werd bezet. In het vorstelijk paleis, dat zeer fraai ingericht was, werden groote schatten gevonden, in het reduit werd in een vertrek van 3 bij 5 m een 0,6 m hooge laag goud- en zilvergeld (in hoofd zaak rijksdaalders), zoomede de kroon van den vorst en verschei dene groote diamanten van veel waarde aangetroffen. De poeri was goed ingericht, men vond er kolossale spiegels in vergulde lijsten, marmeren tafels, canapés, prachtige lampen en vele arti kelen van luxe en comfort. Onmiddellijk werd een aanvang gemaakt met het slechten van de muren te Tjakranegara, in de eerste plaats langs de groote wegen. Daarbij werd hulp ondervonden van de in de kampongs achtergebleven Baliërs, die in grooten getale om lijfsbehoud kwa men vragen en wien dit werd toegestaan, op voorwaarde, dat zij ons bij de opruimingen zouden helpen. Tijdens het opruimen van een buskruitmagazijn ten oosten van de poeri gelegen, had een groot ongeluk plaats. Doordat een vonk van een brandend huis in een der martavanen terecht kwam, vloog het geheele magazijn in de lucht, waarbij 2 offi cieren werden gewond en vele dwangarbeiders gedood. De bevolking leverde dien dag nog 3 bij den overval verloren geraakte stukken geschut in. Vijandelijkheden werden dien dag niet meer ondervonden. Men vernam, dat de oude vorst den vori- gen dag licht gewond was en dat hij zich te Sasari ophield. Wat onze verliezen betrof, we telden 48 gesneuvelden, w. o. 4 officieren en 107 gewonden, eveneens 4 officieren hieronder be grepen. 9. Val van het Lomboksche vorstenhuis. Den 20en November 's morgens rukten het 2de, 6de en 11de bataljon infanterie, 1 compagnie van het 5de en 1 compagnie van het 7de, 2 compagnieën Barisan, 2 sectiën berg- en 1 sectie veld artillerie, 1 detachement cavalerie, benevens een detachement ge nietroepen, onder bevel van generaal-majoor Segov naar Sasari uit, ten einde te trachten den vorst gevangen te nemen. Sasari werd geheel omsingeld, waarop de vorst gesommeerd werd zich op lijfsgenade over te geven. Zoo hij hieraan geen gevolg gaf, zou tot den aanval worden overgegaan. Nog twee uur lang trachtte de vorst allerlei voorwaarden te be dingen, doch hierop werd niet ingegaan. Alleen lijfsbehoud werd hem verzekerd. Eindelijk gaf de vorst zich met zijn 18-jarigen zoon en zijn kleinzoon aan generaal Segov over, juist toen het bevel tot attaqueeren gegeven was. Feitelijk was hiermede het feit beslecht, de vorst gevangen, zijn beide invloedrijkste zoons gedood, het bolwerk van zijn macht vernield. Nu bleef nog slechts over de rust op Lombok blijvend te 859

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 31