nauwkeurige beschrijving hebben, bij voorkeur met foto's, van
het doel waarop zij zullen moeten aanvallen. Een nauwkeurige
bestudeering van deze informaties zal, aan de hand van de voor
gaande tabellen, den afdeelingscommandant in staat stellen het
.type bom en vertraging te bepalen evenals het punt waartegen
de aanval speciaal gericht moet worden om de beste resultaten
te verkrijgen. Als uitgemaakt is, dat een bepaald soort bom noo-
dig is om een doel te vernielen, is het een groote fout om een
grooter aantal kleinere bommen te gebruiken met het idee dat
het grootere aantal treffers een beter resultaat zal geven. Aan
den anderen kant is het evenzeer verkeerd om een grootere bom
te gebruiken dan noodig is om het gewenschte resultaat te berei
ken, en aldus het voordeel prijs te geven van een betere trefkans
met een grooter aantal kleinere bommen.
I. Conclusies.
Uit het vorenstaande zijn voor ons verscheidene leeringen
te trekken. In de eerste plaats leert de geschiedenis van de ont
wikkeling van de bommen hoe noodzakelijk het is dergelijke zaken
door experts te doen behandelen, daar uit verscheidene van de
proeven veel meer nut getrokken zou zijn, indien zij door personen
met ervaring op artilleristisch gebied gehouden waren (zie o.a.
Justrow). Onze eigen geschiedenis van den Bewapeningsdienst
bij de Luchtvaartaf deeling toont dit ook duidelijk aan. Wij zouden
voor ons wenschen een officier (artillerist) belast met de geheele
bewapening, die niet onderhevig is aan de bezwarende bepalingen
waaronder de vliegeniers bij de Luchtvaartafdeeling geplaatst zijn,
n.l. dat zij na eenige jaren weer naar hun wapen terug moeten.
Deze officier, die natuurlijk nauw zou moeten samenwerken met
de Commissie van Proefneming en met de Artillerieinrichtingen,
zou, doordat hij zoo jaren lang in het vak blijft, een expert worden
waar de Luchtvaartafdeeling zeer veel profijt van zou kunnen
trekken.
Hem zou daarbij kunnen worden opgedragen om instructie in
de artilleristische vakken (daaronder dus begrepen bommen-
techniek) aan de leerlingen-vliegenier en -waarnemer te geven.
Zijn taak zou vermoedelijk veel te uitgebreid zijn voor één
persoon, zoodat hem een vliegenier (liefst ook artillerist) toe
gevoegd zou moeten worden, die hem dan tevens tijdelijk (b.v.
bij verlof) zou kunnen vervangen. Men vergeve ons deze uit
weiding het idee is overigens niet van ons zelf, maar wij zijn
er van overtuigd, dat er hierdoor meer lijn zou komen in de
behandeling van de verschillende bewapeningsvraagstukken, het
geen de Luchtvaartafdeeling zeker in belangrijke mate ten goede
zou komen.
In de tweede plaats willen wij een lans breken voor de 300
kg. bom. Uit de tabellen I en VII en uit de verschillende be-
875