chloor, chloorpicrine. II. Blaartrekkende gassen (Gelbkreuz). mosterdgas (dichloordiaethylsulfide) lewisiet (chloorvinyldichloorarsine) III. Prikkelende gassen. a) Niezenverwekkende gassen (arsinen), Blaukreuz. b) Tranenverwekkende gassen. De v.n. tot a behoorende gassen zijn Clark I, diphenylarsinchloride, Clark II, diphenylarsincyanide, Adamsiet, diphenylaminarsinchloride, Dick, aethylarsindichloride. De v.n. tot b behoorende gassen zijn chlooraceton, broomaceton, chlooracetophenon, xylylbromide. IV. Vergiftige gassen koolmonoxyde blauwzuur. I. Verstikkende gassen. De verschijnselen, die bij menschen optreden na een vergifti ging met verstikkende gassen, zijn in hoofdzaak een gevolg van de hierna te noemen werkingen op het organisme. 1°. Een prikkeling van de slijmvliezen van oogen, mond, neus, keel en luchtwegen. De hierdoor veroorzaakte verschijnselen tranenvloed, dichtknijpen der oogen, lichtschuwheid, brandend gevoel op de tong, stekende pijn in den neus, in de keel en achter het borstbeen, speekselvloed en hoesten, treden onmid dellijk na de inademing op. Zij zijn bij chloor- en chloorpicrine vergiftiging steeds, bij phosgeen- en perstofvergiftiging alleen na het inademen van hooge concentraties aanwezig. Van de beide laatste stoffen is de concentratie te velde soms van dien aard, dat de prikkelingsverschijnselen ontbreken en de doodelijke hoe veelheid wordt ingeademd zonder dat dit door de slachtoffers wordt opgemerkt. 880 In den wereldoorlog zijn vergiftigingen ten gevolge van de uitsluitende werking van phosgeen niet vaak waargenomen. Meestal waren de ziekte verschijnselen een gevolg van de gelijktijdige inwerking van phosgeen en chloorpicrine of van phosgeen en chloor.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 54