R. Fol. digit, pulv. titr. 0,1 0,2 0,2 Coff. natr. benz. Sacch. lact. M. f. pulv. D. t. D. No. 10 S. iederen dag' een poeder. De patiënten moeten na de vergiftiging minstens 14 dagen in bed blijven en hierna zeer voorzichtig wennen aan lichaamsbewe ging. Inspannende arbeid moet de eerste weken worden nagelaten. Voorts worden ademoefeningen gehouden en rooken geheel verboden. Evenals bij andere doorgemaakte érnstige ziekten is goede voeding en psychische opwekking van veel belang voor een spoedig herstel. II. Blaartrekkende gassen. De blaartrekkende gassen komen te velde voor in den vorm van vloeistof, nevel (zwevende, uiterst fijne vloeistof druppeltjes) of damp. Bij het springen van een met blaartrekkende gassen ge vulde granaat ontstaan voornamelijk kleine druppeltjes en damp. Door het doen springen van met blaartrekkende gassen gevulde flesschen of door het sproeien uit daartoe geschikte wagens of toestellen kunnen zij bovendien in den vorm van over het ter rein verspreide vloeistoffen aanwezig zijn. In de te velde voor komende agregatietoestanden tasten de blaartrekkende gassen de huid, de oogen en de ademhalingsorganen aan, terwijl door het nuttigen van met deze gassen besmette eetwaren, ernstige stoornissen van het maagdarmkanaal ontstaan. De eerste verschijn selen der aangetaste organen treden eenige uren na de inwerking op, waardoor de vergiftiging vaak te laat wordt opgemerkt. Bovendien hebben blaartrekkende gassen de eigenschap, dat zij door kleeren en lederwerk heen trekken zonder deze stoffen aan te tasten. Mosterdgas. De werking van mosterdgas op de huid. Een druppel mosterdgas trekt in korten tijd in de menschelijke huid en is er na 30 minuten door opgenomen. De huidveranderingen, die enkele uren of dagen na de inwerking optreden, komen eenigszins overeen met die van verbrandingen en worden schematisch verdeeld in drie graden. Een beschadiging van den eersten graad is de minst ernstige aandoening en ontstaat door kortdurende werking van vloeibaar 888 bin tegenstelling met elders verdedigde opvattingen moet er bij een zware beschieting met mosterdgasgranaten rekening mee worden gehouden, dat de vloeistof zich in plasjes op het terrein bevindt. In den stellingoorlog is bij het tweede groote offensief der Duitschers op 9 April 1918 Armen- tières zóó zwaar met Gelbkreuzgranaten beschoten, dat zich in de straten beekjes mosterdgas vormden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 62