bevindende mosterdgas kan neutraliseeren. Overigens is het niet onmogelijk, dat andere factoren bijdragen tot het door bovenge noemde wijze van ontsmetten verkregen gunstige resultaat. Het is vanzelfsprekend dat naarmate de behandeling korter na de besmetting met mosterdgas wordt toegepast de resultaten gunstiger zijn en zelfs indien de allereerste verschijnselen (lichte roodheid van de huid) zijn opgetreden, moeten de afwrijvingen met het caporiet-magnesiummengsel en de afwasschingen met warm water en zeep niet worden nagelaten. Door eenige schrijvers worden, na het afdeppen van het mosterdgas, andere ontsmettingsmethoden aanbevolen. Een veel toegepaste behandeling is met chloorkalkbrei dat gedurende 10 minuten op de huid blijft liggen en daarna met veel water wordt afgespoeld. Ook afwasschingen met chloramineoplossing 2 een waterige chloorkalkoplossing 1/20, waterstofperoxyde 3 en kaliumpermanganaat l°/0o worden aangeraden. De Amerikanen wrijven de besmette huidgedeelten af met telkens te verwisselen doekjes of watten gedrenkt in petroleum, benzine, gasoline of automobielolie. Deze stoffen zouden in staat zijn het reeds in de huid ingedrongen mosterdgas te extraheeren. b) Ook indien de verschijnselen zijn opgetreden wordt de vraag hoe de aangetaste huid verder te behandelen door de ver schillende auteurs niet op overeenkomstige wijze beantwoord. Terwijl Büscher een voorstander is van de behandeling met Desitinzalf, verdedigt Muntsch de opvattingen van Vedder dat vochtige omslagen en dikwijls baden de eenige middelen zijn om de huidbeschadigingen te bestrijden. Volgens de beide laatste onderzoekers veroorzaken poeder (dermatol) en zalven met het vocht, dat door de beschadigde huid naar buiten treedt of door de wonden wordt afgegeven, korstvorming, waardoor de kans op infectie verhoogt en de blaren met het afnemen der verbanden worden stukgetrokken. Vochtige, in desinfecteerende vloeistoffen .gedrenkte omslagen daarentegen gaan het vormen van korsten tegen en verkleven niet met de huid. Heeft men te doen met een beschadiging van den eersten graad of een lichte tweede graads beschadiging met enkele kleine blaren, terwijl de huid geen vocht doorlaat, dan is de behandeling met Desitinzalf aangewezen. Deze zalf waarvan de fabriek de samen stelling op het etiket heeft vermeld (47 Oxyd. Zinc., 5 bolus alba, 11 adeps lanae c. aqua, 20 Vas. flav. amer, 17 extract ipse parat, ex oleo jecoris aselli chlorat) doet de jeuk spoedig verdwijnen, de roodheid afnemen en de blaren schrompelen. Beschadigingen van den tweeden en derden graad, waarbij de sterk gezwollen huid vocht doorlaat of groote sterk gespannen blaren, dan wel afgestorven huidgedeelten of wonden bestaan, moeten steeds met vochtige omslagen worden behandeld. De verbanden worden gedrenkt in versch bereide Dakinsche 891

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 65