Behandeling. De verschijnselen zijn korten tijd na het ver laten der gasatmosfeer geheel verdwenen, mits men er voor zorg draagt de patiënten van schoone kleeren te voorzien. Men waarschuwt de patiënten niet in de oogen te wrijven §e®ft oogwasschingen met een °Plossing van 3 boorzuur of yo bicarbonas natricus en beschermt de oogen tegen het licht Ook bij deze aandoeningen is het beter geen oogverbanden aan te leggen. IV. Vergiftige gassen. Algemeen vindt men in de leerboeken en voorschriften om trent de chemische oorlogvoering koolmonoxyde en blauwzuur opgegeven. Hoewel deze stoffen als strijdgassen van weinig be- teekenis zijn, komen zij onder bepaalde omstandigheden te velde wel voor. Koolmonoxyde treft men aan in granaattrechters, mil- trailleurnesten en uitlaatgassen van tankwagens. Blauwzuur is in den aanvang van den wereldoorlog door de Franschen als strijdgas gebruikt en heeft in de latere oorlogsjaren diensten ge daan bij het dooden van ongedierte in de loopgraven. Het koolmonoxyde en het blauwzuur zijn uitermate giftig en dringen door de oorlogsbussen der gasmaskers heen. Het moet met onmogelijk worden geacht, dat men er te gelegener tijd in zal slagen deze stoffen als strijdgassen te benutten. Koolmonoxy de. Koolmonoxyde heeft de eigenschap zich met de roode bloedkleurstof tot een vaste verbinding (koolmon- oxydhaemoglobine) te vereenigen en de zuurstofopname in het bloed te verhinderen, waardoor de weefsels onvoldoende van zuurstof worden voorzien. In lichte of beginnende gevallen van Vergiftiging blijven de verschijnselen tot hoofdpijn, drukkend ge voel in de slapen, duizelingen, misselijkheid en braken beperkt In gevallen van ernstige vergiftiging of na langerdurende in ademing van koolmonoxyde nemen de verschijnselen geleidelijk aan toe. Door een beperking van het bewustzijn, slaperigheid en slapte in de beenen, komen de patiënten er niet toe de ver- giftigde atmosfeer te verlaten. Zij vallen spoedig in een diepen slaap, die weldra overgaat in een comateuzen toestand met lang zame, oppervlakkige en onregelmatige ademhaling. Er treden adempauzen in die steeds grooter worden totdat de ademhaling geheel stilstaat. Karakteristieke verschijnselen zijn de snelle harts- werking en het dalen der lichaamstemperatuur. Merkwaardig is ook dat na het ophouden van de respiratie het hart nog eenigen tijd klopt. Soms wordt het ziektebeeld afgewisseld met heftige klampen en verwardheidstoestanden. Indien de patiënt van de vergiftiging geneest, blijven vaak stoornissen van het zenuwstelsel over, zooals verlammingen, zenuwontstekingen, gezichts- en ge- hoorstoornissen, herinneringsdefecten en vasomotorische stoor nissen. 898

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 72