909
lief en leed, met vol vertrouwen zult kunnen wenden. Zij zullen u voorgaan,
overal waar de plicht roept en gij zult hen daarin volgen zonder de minste
bedenking, er naar strevend in plichtsbetrachting niet achter te blijven, u
met hart en ziel gevend aan de taak, die op u rust, tot eer en roem van het
Kon. Ned.-Ind. leger, tot heil van Vorstin en Groot-Nederland.
Ten slotte noodigde de commandant allen uit met hem een driewerf hoera
aan te heffen voor H. M. onze geëerbiedigde Koningin.
Met groote geestdrift en met innige overtuiging werd dit verzoek beant
woord.
Het Leve de Koningin juichte op.
Daarna werd aan de officieren van het korps, zoomede aan de aanwezige
belangstellenden, gelegenheid geboden om de nieuwbenoemden hun geluk-
wenschen aan te bieden.
Vervolgens werd door den troep voor de nieuwe officieren gedefileerd,
waarmede de eenvoudige, maar daarom niet minder treffende plechtigheid
was geëindigd.
Hedenavond is er voor de nieuwe officieren en hun familieleden en ken
nissen een feestelijke reünie in de Vereeniging.
„De Gelderlander" 8 Aug. 1934,
G. NIEUW VERSCHENEN BUITENLANDSCHE VOORSCHRIFTEN,
MILITAIRE BOEKWERKEN, ENZ.
Infantry section leading (1934). Een handboekje voor den sergeant-groeps
commandant. Het bevat na een inleiding met eenige algemeene aanwijzingen
omtrent hetgeen van de lagere aanvoerders moet worden geëischt, ver
schillende gegevens aangaande organisatie, bewapening, vuurleiding, hulp
wagens en ondersteunende wapenen, terrein en groepeering, verkenners
en patrouilles, verdediging, aanval, het gevecht onder bijzondere omstandig
heden, en berichten en rapporten, alles v.z.v. voor den commandant van
een geweer- of een lichte-mitrailleurgroep van belang geoordeeld. Het
is te beschouwen als een duidelijk en beknopt memorandum, dat overigens
bij den gebruiker een gedegen reglementenkennis veronderstelt.
Vermelding verdienen de details van de organisatie. Het Engelsche bataljon
bestaat uit staf, 1 „ondersteuningscompagnie" (12 mitrailleurs, 4 mortieren)
en 3 „geweercompagnieën" elke geweercompagnie uit commando en 4
sectiën (platoons) elke sectie uit 2 geweergroepen en 2 lichte-mitrailleur-
groepen (sections) de groepen elk uit een commandant en 6 man. De
normale uitrusting van de geweergroep omvat o.m. 350 geweerpatronen (50
per man)3 brisante en 9 rookhandgranaten de handgranaten en 3 granaat
werpers worden eerst bij het aannemen van de gevechtsuitrusting z.n. bij
de groep ingedeeldook kunnen dan per man 50 extra-patronen worden
uitgereikt. In de uitrusting van de lichte-mitrailleur-groep zijn 250 geweer
patronen (voor 5 geweren) de lichte mitrailleur met 940 patronen en de
noodige trommels voor 47 patronen behooren uitsluitend tot de gevechts
uitrusting. Bij de overheersching van vuurkracht in deze organisatie valt
daartegenover de geringe uitrusting aan geweerpatronen en brisante hand
granaten (slechts 6 in de gevechtsuitrustinig van de geheele sectie) op de
zeer ruime uitrusting aan rookhandgranaten vindt haar verklaring in het
groote aantal van deze projectielen, dat noodig is om plaatselijk een rook
scherm te leggen.
Aandacht verdient voorts het uittreksel uit de reglementen (Small Arms
Training) aangaande doelaanwijzing, welke practische voorschriften wij in
onze infanterie-reglementen goeddeels missen.
Opmerkelijk is tenslotte nog de aanbeveling, om van een ordonnans te
eischen, dat hij een mondeling over te brengen bericht twee maal herhaalt.
v. D.