915
Het optreden der ld. art. en mitr. gedurende den marsch, de legering
en het gevecht der mobiele kusttroepen wordt eveneens zeer duidelijk aan
de hand van schetsen uiteengezet.
Het laatste gedeelte van het boek geeft aan de hand van een groot aantal
schetsen een beschrijving van alle terreinversterkingen, welke bij het inrichten
van kustfronten te pas komen. Een vragenlijst aan het einde van elk onder
deel verhoogt daarbij de instructieve waarde. Vermelding verdient voren
staande tabel van benoodigde minimum dekkingsdikten in m voor schuil
plaatsen tegen verschillende soorten art. vu. (De cijfers boven de dikke lijn
gelden voor boven het maaiveld uitstekende schuilplaatsen, die beneden
deze lijn voor ingegraven schuilplaatsen)
Voor dekking tegen 7.5 cm granaat vu. wordt voor een oppervlakte
schuilplaats (hooge grondwaterstand) type „Walvisch", aangegeven 30 cm
ong. beton, waarop 3 lagen zandzakken, waarop 30 cm breuksteen, waarop
30 cm grond. Aan maskeering wordt uitgebreide aandacht gewijd.
W.
In het nieuwe Fransche voorschrift „Instruction sur les ponts d'équipage
en materiel M 1901." wordt van de in Fr. in gebruik zijnde soorten voorbe
reid brugmaterieel, t.w. het materieel M 1901 (in gebruik bij het legerkorps
en ingedeeld bij de materieelreserve; voor lichte, normale en versterkte colon-
nebruggen), M 1915 (voor zware bruggen, mede geschikt voor normale en
lichte), type Delacroix (voor lichte bruggen en vonders; bij de Cav. Div.)
en type Veyry (beperkte lengte lichte brug of vonder, bij het reg. Cav.)
eerstgenoemde soort op uitgebreide wijze behandeld. De „équipage de pont"
van het legerkorps telt twee divisions, omvattende het eigenlijke materieel
(pontons, schragen, landhoofden, liggers, planken enz.) en een reservegroep,
waarbij hulp- en reservematerieel en gereedschappen (w.o. smids- en hei
werktuigen). Totaal telt de bruggentrein 14 pontons, 2 reservepontons, 2
hulpbooten, 10 schragen en 2 buitenboordaanhangmotoren. Met dit mate
rieel kan een brug lang 140 m voor 4-tons lasten dan wel een brug lang
67 m voor 9-tons lasten worden geslagen. Een „équipage de pont de réserve"
telt twee voornoemde bruggentreinen, benevens extra ankermateriaal. De
driedeelige pontons zijn groot 8.56 X 1.70 (1.86) X 0.81 m, hebben een ver
hoogde voor- en achtersteven en wegen 860 kg. De houten schragen hebben
een draagkussen waardoor aan beide einden de stijlen steken, het draag-
kussen wordt met kettingen aan de stijlen opgehangen, een slikbalk man
keert. De hulpboot is groot 7.07 X 1.46 X 0.50 m en weegt 400 kg. De brug-
liggers en dekplanken hebben afmetingen van onderscheidenlijk 0.12 X 0.12 en
0.04 en X 0.33 m; voor eventueele versterking worden hulpwarsdragers met
bijbehoorende beugel- en kettingverbinding medegevoerd. Het geheel is voorts
uitgerust met riemen, boothaken, dollen, ankers enz. De vervoerwijze (hip-
pomobiel, vierwielige sleepwagens) wordt met foto's en schetsen toegelicht.
Voor het hanteeren (lossen, laden, te water laten, er weer uit halen) is noodig
een ploeg van 1 man kader en 22 man. De afzonderlijke ponton kan worden
geroeid door 2 of 4 man (naar gelang de stroomsterkte gering of belang
rijk is) met 1 cdt tevens stuurman. Voor overzetten wordt behalve van af
zonderlijke pontons gebruik gemaakt van vlotten a 2, 3, 4 of 5 pontons. Het
overbrengen m.b.v. aanhangmotoren, zoomede reep- en gierponten worden
uitgebreid besproken. Zoowel bij de brug voor 4-tons lasten als bij die voor
9-tons lasten worden onderscheiden de gewone brug (afstand der pontons
h.o.h. onderscheidenlijk 6 en 3 m), de brug bestaande uit aaneensluitende
vlotten (a 3, 4 of 5 en bij uitzondering a 7 pontons) en de brug bestaande
uit de combinatie dezer beide typen. De overzetcapaciteit van de pontons
en de verschillende vlottypen worden gedetailleerd aangegeven; per ponton
kunnen b.v. worden vervoerd 20 man of 6 man en 6 aan de longe zwemmende
paarden (bij snelle stroom te verminderen tot 3 man en 3 paarden, tenzij
afdrijven geen bezwaar vormt).