919 Het eerste acht schr. onbereikbaar en zou bovendien Japans argwaan op wekken. Schr. wijst op de sterke positie van Japan in den westelijken Pacific en acht voor Amerika handelsverdragen en vriendschappelijke betrekkingen met Rusland en Japan, gezien de omstandigheden, verstandiger en voordeeliger dan sabelgekletter. Hoewel blijkens de hierboven genoemde wet Tydings-Mc Duffie de Veree- nigde Staten zich de vestiging van een vlootbasis en een oliestation op de Philippijnen, na de volledige onafhankelijkheid van dit eilandenrijk, hebben voorbehouden, schijnt toch reeds in het noordelijk deel van den Stillen Oceaan een defensielijn in wording te zijn. Volgens de berichten schijnt de route via de Aleoeten in 1933 door de Amerikaansche marine te zijn onderzochtin het voorjaar van '33 werd een groote hydrografische expeditie naar deze eilandengroep gezonden, waar den geheelen zomer werd gewerkt. Met het inrichten van marinesteun punten zou reeds een aanvang gemaakt zijn. Japan ziet daarbij niet onverschillig toeeen recent in de dagbladen opgenomen telegram, meldde, dat de Japansche marine waarschijnlijk een onderzoek zal instellen op de Koerilen, ten einde de mogelijkheid van de oprichting van marine-luchtvaartbases aldaar te bestudeeren, welke lucht vaartbases als tegenmaatregelen zijn bedoeld tegen de voorgenomen lucht vaartbases van Amerika in Alaska en op de Aleoeten. In welke richting de Philippijnen zich na het erlangen van onafhankelijkheid zullen oriënteeren is weinig twijfelachtig. Quezon hield op zijn reis naar Amerika in het begin van dit jaar in Japan een rede, welke de Amerikanen prikkelde om de Japansche gezindheid, welke daaruit sprak. Verder legden de Japanners groote activiteit in de Philippijnen aan den dag, waaromtrent het Bat.-Nieuwsblad, van ll-8-'34 het volgende mede deelde. „Sinds 1923 heeft zich in het plaatsje Davao op het eiland Mindanao een Japansche kolonie ontwikkeld, die in een tiental jaren tijds van 3.000 tot bij de 20.000 zielen groeide. Volgens de verklaringen van Juan A. Sarenas, den gouverneur van Min danao, is nagenoeg de geheele handel en landbouw in handen van Japansche concerns en kolonisten. De kolonisten in Davao en omstreken houden zich vooral bezig met den verbouw van albaca (Manillahennep) en de fabricatie van touw, welke met behulp van moderne machines, uit Japan geïmporteerd, geschiedt. De export van hennep en ramih heeft verleden jaar het record van 1.500.000 gehaald ondanks de abnormale prijzen voor dit product op de wereldmarkt. Ondanks de bezwarende voorwaarden welke de Philippijnsche regeering stelt aan het verkrijgen van gronden door buitenlanders, hebben Japansche concerns toch nog 372.000 acres eigendomsperceelen in den loop der tijden verworven. De hennepindustrie, -wel de voornaamste in Davao, is in handen van de Ohta-en Furukawa-maatschappijen welke thans ook ramihplantages ex- ploiteeren. Behalve deze twee industrieele maatschappijen is daar ook de Mitsui Bussan Kaisha gevestigd, die groote belangen heeft in houtaankap en hout export van Philippijnsch hout en daardoor een zware concurrentie aan Philip pijnsche houtmaatschappijen doet, welke vooral in den export naar Noord China gevoeld wordt". Dat een loslaten van de Philippijnen door de Amerikanen van ingrijpenden invloed zal zijn op de vraagstukken van den Pacific, behoeft niet nader be toogd te worden. Voor ons zal dit beteekenen verhooging van de eischen welke aan de Ned.-Indische weermacht gesteldt moeten worden. M.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 93