921
Genoemde factoren zijn oorzaak dat de gemiddelde snelheid niet boven de
15 km per uur kan worden opgevoerd en de bemanning slechts 6 a 8 uren
achtereen in de strijdwagens kan verblijven. De actie-radius van een groote
gemechaniseerde af deeling zal volgens Luit.-Kolonel Saloni dan ook slechts
ongeveer 100 km. bedragen. Na dezen afstand te hebben afgelegd zal het ma
terieel moeten worden nagezien en het personeel moeten rusten.
Voorts heeft de keuze van het terrein een grooten invloed op de actie der
strijdwagens en op de zichtbaarheid uit de lucht van de colonnes, waarvan
uiteraard de trefbaarheid voor luchtstrijdkrachten afhankelijk is.
Schr. noemt verder nog als factoren, welke van invloed zijn op de actie:
de moeilijkheid van waarneming, het moeilijke vraagstuk der verbindingen,
de groote vuurkracht welke kan worden ontwikkeld en de zuinigheid op het
materieel waardoor men de te bereiken resultaten steeds moet afwegen tegen
de te verwachten verliezen.
ad. b. Een gemechaniseerde afdeeling wordt ten aanval ingezet met het
doel de actie van andere legerafdeelingen te steunen, terugtrekkende troepen
te desorganiseeren (vervolging), den tegenstander te dwingen zijn krachten
te ontplooien (gewelddadige verkenning), dan wel een vijandelijke vervolging
tot staan te brengen (vertragende actie).
De uitvoering van deze verschillende opdrachten kan tot gevolg hebben, dat
de gemechaniseerde afdeeling geheel los van andere troepen zal ageeren, het
geen echter slechts 2 a 3 dagen kan worden volgehouden met het oog op de
aanvulling van bedrijfsstoffen en levensmiddelen; bovendien levert de be
veiliging bij nacht vele moeilijkheden op.
ad. c. De organisatie van een gemechaniseerde afdeeling moet vooral een
voudig zijn om de leiding tijdens het gevecht niet onnoodig te verzwaren.
Voorts moet de formatie krachtig, maniabel en voldoende soepel zijn om een
snelle aanpassing aan de wisselende omstandigheden van het gevecht mogelijk
te maken.
Luit.-Kolonel Saloni komt tot een formatie welke bestaat uit 2 a 3 bataljons
middelbare vechtwagens, 1 bataljon infanterie vervoerd op terreinauto's,
1 gemotoriseerde artilleriegroep welke in het terrein achter de vechtwagens
kan volgen, 1 groep luchtdoelgeschut met secties luisterapparaten, 1 comp.
genie bestaande uit 1 sectie sappeurs en mineurs en 3 a 4 secties sappeurs
pontonniers, 1 batterij anti-tank snelvuurgeschut (3 secties van 2 stukken),
escadrille vliegtuigen, een radiotelegrafische verbindingscompagnie en
een zoogenaamd „detachement régulateur". De verschillende onderdeelen
moeten een verkenningsgroep, een „groupe de choc" en een ondersteunings
groep vormen.
ad. d. De slechts zwakke toebedeeling van infanterie, alsmede de kwets
baarheid van de strijdwagens voor vijandelijk vuur, zijn oorzaak dat het zeer
moeilijk wordt te ageeren tegen een goed georganiseerden verdediger. Aller
eerst moet men dus trachten verrassend op te treden. De voorhoede zal wor
den gevormd door het „détachement de reconnaissance", dat voor zich uit
schuift patrouilles van het escadron pantserauto's en van het peloton motor
rijders en dat met een frontbreedte van 3 tot 5 km. kan optreden op een afstand
van ongeveer 5 km. vóór het gros.
Het gros verplaatst zich meestal in 2 colonnes; de ondersteuningsgroep
(artillerie) voegt zich bij de colonne met de belangrijke opdracht. Elke co
lonne zorgt voor onmiddellijke beveiliging. De commandant van de gemecha
niseerde eenheid volgt achter de groupe de reconnaissance".
De gereedstelling voor den aanval wordt, onttrokken aan vijandelijke lucht
en aardwaarneming, ingenomen op ongeveer 10 a 12 km. van de vijandelijke
opstelling. De ontplooiing geschiedt onder dekking van infanteriedetachemen-
ten, de luchtdoelartillerie en het anti-tankgeschut. Deze „base de départ"
wordt, nadat tot den aanval wordt overgegaan, „la base de ravitaillement"
waar de gevechtstreinen zullen worden aangevuld.