De enkelstreek moet beschermd worden tegen muskieten,
patjets en ander ongedierte en wel op zoodanige wijze, dat tevens
het onderbeen beschut is tegen traumata in het terrein en ook
geen steengruis van boven af in de schoen kan dringen. Voorts
heeft een beenbekleeding, die verdamping van transpiratievocht
toelaat, de voorkeur. Het Kleedingvoorschrift, waarin uitvoerige
opgaven te vinden zijn over maat en model, doch aan weefsel en
stof slechts zeer oppervlakkige aandacht is geschonken, kent als
beenbekleeding puttee's en leeren beenkappen. De laatste belem
meren de uitwaseming evenals het schoeisel van een zg. „balg"
(zie beneden) voorzien, waarmede in het Engelsche Leger kortge
leden proeven zijn genomen. In het Infantry Journal van Aug. '34
schrijft Luitenant Colonel KELLY, de Director of the Department
of Experiment hierover x)
„Ter vervanging van de bestaande puttee's werden beenwind
sels van wol en katoen in beproeving genomen. Zij zijn lichter,
snoeren het been minder af en zijn goedkooper. Voorts werden
slobkousen van canvas beproefd, terwijl bij eenige onderdeelen de
bekende motorlaarzen in beproeving werden genomen. Deze laat
ste voldeden zeer goed en zijn minder duur dan schoenen met
afzonderlijke beenbekleeding. Gebleken is echter dat puttee's,
slobkousen en laarzen prettiger in het gebruik zijn, wanneer zij
slechts tot ongeveer halverwege de kuit reiken. Het gebruik van
schoenen met een zg. „balg" (een aan beide zijden vastgenaaide
tong) wordt niet aanbevolen. De uitwaseming wordt erdoor be
lemmerd, terwijl op de wreef een ophooping van leer ontstaat."
Ook de puttee's hebben velerlei bezwaren. Afzakken op lange
marschen, omslachtigheid van aan en afdoen, afsnoeren van de
bloedcirculatie en tenslotte zijn ze aanmerkelijk warm, en beletten
de uitwaseming. Zooals we zagen zou voor de tropen éénlagige
kleeding de beste dracht zijn. Bij de huidige beenbekleeding zullen
herhaaldelijk vier of meer lagen over elkaar vallen, (vooral bij
menschen met korte beenen), waardoor weliswaar in het terrein
een zeer afdoende bescherming wordt verkregen, tegen allerlei
letsels en tegen ongedierte doch waardoor tevens een belangrijke
broeiing ontstaat. De zeer rijkelijk met wol doorweven stof der
beenwindsels maakt dit niet beter, en zoo zien we dat de huid van
voeten en onderbeenen voorbeschikt wordt voor het optreden van
huidjeuk, eczemen, en schimmel-aandoeningen.
Leeren beenkappen zijn, zooals gezegd, weinig verkieselijker,
vooral als ze ingevet worden en zwart gekleurd zijn. Uitwaseming
is dan onmogelijk en de warmteresorptie groot.
Andere bezwaren zijn: onhandig stijf materiaal, beperking van
bewegingsvrijheid in enkelgewricht, onvoldoende bescherming te
gen bloedzuigers en de hoogere kostprijs.
b Overgenomen uit het I. M. T. Jaargang 1934; No. 11.
104