Voorts belet deze kraag de lichaamswarmte een uitweg naar boven te vinden. Dat deze twee euvels niet onbelangrijk zijn, blijkt uit de groote opluchting, die het openen van de kraag geeft bij en vooral na lichamelijke inspanning. In de derde plaats komt hier de harde bovenbekleeding in direct contact met de huid, waardoor schuring optreedt. Dit heeft vooral bij sterke transpiratie weer het gevolg, dat een mechanische huidontsteking, haarwortelontstekingen en ten slotte ook steen puisten in nek en hals kunnen onstaan. Ook de lichen VIDAL treedt wellicht mede door de prikkeling van den kraag bij voor keur in de nekstreek op. In de buitengewesten wordt aan dit bezwaar tegemoet gekomen door de kraag bij lange marschen te openen, en een zg. halsdoekje te dragen; wat we dus zouden kunnen beschouwen als een onderkleeding voor de nekstreek. In verschillende legers is thans de openliggende kraag ingevoerd, in andere landen en zooals bekend ook in het Kon. Nederl.-Ind. Leger neemt en nam men gelijksoortige proeven. Hierbij wordt de oplossing gezocht, zooals ik boven reeds zeide in invoering van een diensttenue, bestaande uit overhemd, korte broek en beenwindsels, dus zonder jas. De huid van de armen is eveneens in direct contact met de harde stof van de uniformjas, zonder dat dit echter bezwaar oplevert. Immers de luchtcirculatie en verdampingsmogelijkheden zijn hier grooter. Toch is het mogelijk dat bij gevoelige huiden in de elle- boogsplooi op den duur een eczeem zal ontstaan en dit des te ge makkelijker rechts, waar de rechterarm door zijn voortdurend gebogen stand de luchtcirculatie zal belemmeren. Mutatis mutandis geldt hetzelfde voor de knieholte, een bezwaar dat bij de reeds ingevoerde korte broek is blijven bestaan. Over de lange broek, die, onnoodig, het aantal lagen van de onderbeenbekleeding vermeerdert, werd boven bij de beenwindsels reeds gesproken. ResuméIn het bovenstaande werd in de eerste plaats bespro ken, dat van hygiënisch standpunt aan elke veldtenue wel steeds bezwaren zullen blijven kleven, zoolang aan één en dezelfde klee ding tevens militaire, economische en kosmetische eischen gesteld moeten worden. Voorts werd in het kort nagegaan, welke eischen we aan de kleeding hebben te stellen in streken met een tropisch klimaat, wat betreft het weefsel, de kleur, de dikte en de watercapaciteit en ten slotte werd nagegaan in hoeverre de kleeding te velde van het Kon. Nederl. Ind. Leger aan deze voorwaarden beantwoordt. Hierbij Heek, dat deze in het algemeen in hygiënisch opzicht vol- 1) Een huidziekte. 107

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 109