120 De Marine beschikt over 25 escadrilles, welke in de naaste toekomst zul len worden uitgebreid tot 40. Naast de zoogenaamde kustvliegtuigen, welke slechts verdedigingsopdrachten zullen ontvangen, is een groot aantal vliegtui gen op vliegkampschepen, vliegtuigtransportschepen en kruisers ingedeeld. De vaste steunpunten, tot ver in den Oceaan gelegen, zijn met goed uitgeruste escadrilles bezet. In eerste linie kan Japan thans 2000 tot 2300 vliegtuigen uitbrengen vol gens de persberichten zou dit aantal, medegerekend het reservematerieel, 3000 zijn. Gestadig wordt gewerkt aan de vervanging van verouderd materieel door modern materieel. Engeland. Op het einde van het jaar 1934 zullen 3 slagschepen en 17 kruisers van ka tapult-inrichtingen voor watervliegtuigen zijn voorzien. De voorgenomen uitbreiding van het luchtwapen brengt mede een vermeer dering van personeel in actieven en in reserve-dienst. Men neemt daarvoor jonge mannen van 15 tot 17 jaar aan, die een contract aangaan voor 7 jaren. v. V. Infanterie. Revue d'Artillerie, Augustus 1934. Onder „Renseignements divers. Conduite a distance du tir des mortiers de 81 mm." wordt een circulaire van den minister van oorlog besproken, welke beschouwd kan worden als een voorloopige neerslag van de discussie in R. d'Inf., besproken in I. M. T. Nr. 9 (blz. 927). Nieuwe richtlijnen worden gegeven voor het gebruik van de S. B. mortieren. Vastgesteld wordt, dat de mortier een „engin d'accompagnement" is, gewoonlijk ter beschikking van de voorste bataljons, terwijl de normale vuureenheid de door een onderoffi cier gecommandeerde sectie van 2 stukken is. De vermeerderde indeeling bij het regiment infanterie, het vaak voorkomend inzetten van slechts één bataljon vóór, de belangrijkheid van bepaalde doelen of de moeilijkheden om deze te bevuren met artillerie doen echter meer en meer de neiging ontstaan de mortieren ook in groepen te laten optreden. De zorg voor de munitieaanvulling in het gevecht, voorwaarde voor het inzetten van het materieel, leidt er toe, waar mogelijk, gedekte opstellingen te zoeken. Er is dus alle aanleiding te rekenen op het gebruik van een deel der mortieren in groepen, waarvan de vuurleider zich op eenigen afstand van de stelling bevindt („commandés a distance"). Het wordt van voordeel geacht om te profiteeren van de ervaring in dit opzicht reeds verkregen door de artillerie, en van dit wapen inschietmethoden over te nemen, echter aangepast aan de bijzondere gevechtsomstandigheden in het gebied der infanterievuren, en aan de organisatie der mortiereenheden. De circulaire onderscheidt dan drie wijzen van inschietenmet directe waarneming rechtuit („axiale") (voor alle onderofficieren-sectiecommandant), met directe waarneming van terzijde („unilatérale") (voor alle officieren en enkele goede onderofficieren), met indirecte waarneming (door middel van twee posten„bilaterale") (alleen voor officieren). Doordat in het algemeen de waarnemingsafstand vrij kort kan zijn, zullen de moeilijkheden bij beide laatste methoden vergeleken met de artillerie minder zijn. Aanbevolen wordt bij het begin van de toepassing van deze nieuwe schiet- regels de medewerking in te roepen van officieren van de divisie-artillerie. Bij de circulaire is een voorloopig reglement gevoegd. Uitdrukkelijk wordt er nog op gewezen, dat het hier nog slechts gaat om het opdoen van ervaring, teneinde te komen tot verbetering van de bestaande reglementen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 122