128
de conclusie, dat het Imperium, met uitzondering van enkele grondstoffen,,
waaronder petroleum, ijzererts, katoen, antimoon, kaliumverbindingen en
zwavel, vrijwel „self-sufficing" is, dat de industrie, het transport-, handels-,
en bankwezen zeker aan de te stellen eischen „mits georganiseerd" en waar
noodig deugdelijk beschermd, zullen kunnen voldoen.
Duidelijk wordt aangetoond, dat het Vereenigd Koninkrijk den economi-
schen steun van de Dominions en de andere deelen van het Imperium niet
kan ontberen. Uit de totale handelsbeweging wordt aangetoond, dat omge
keerd deze laatste zeer groote belangen hebben bij de handhaving van het
imperiale verband, zóó groot, dat de bereidheid voor het brengen van offers
aanwezig behoort te zijn.
De beteekenis van het inter-imperiale handelsverkeer vergeleken bij de
totale handelsbeweging van het Br. Imperium is steeds groeiende dit verkeer
zal zich onder vredesomstandigheden echter nooit zoodanig kunnen ontwik
kelen, dat uitwisseling van goederen met andere deelen der wereld tot kleine
proporties wordt teruggebracht. Doch zulks wordt zelfs niet wenschelijk
geacht, omdat elk deel van het Imperium zijn eigen bijzondere ontwikkelings
mogelijkheden heeft, welke vaak daar buiten reiken en de vooruitgang van
elk deel weerklank vindt in de andere.
In oorlogstijd zal echter gestreefd moeten worden naar het „self-sufficing",
waartoe een omvangrijke wijziging in handelsverkeer noodig is. Al dadelijk
moet dat, ten bate van den vijand, worden afgesneden, vaak ten nadeele van
enkele deelen van het Imperium, die daardoor belangrijke markten kunnen
verliezen en deswege schadeloostelling verlangen.
Het is de voorbereiding van de imperiale samenwerking tot eenheid van han
delen, tot ombouw van het handelsverkeer, tot wijziging van de industrieele be
drijvigheid, tot concentratie der transportmogelijkheden, tot regeling der elders
te verrichten aanschaffingen en te betalen diensten, tot uitbuiten der finan-
tieele mogelijkheden, welke bepleit wordt. Talloos zijn de moeilijkheden, welke
overwonnen moeten worden, doch een juiste organisatie van de economische
structuur-veranderingen, tijdig doorgevoerd, zal enorme sommen besparen
en vele mistastingen voorkomen.
De lezing beziet de zaak vooral in het licht der Britsche belangen. Zij
maakt den indruk, dat men nog aan het allereerste begin dezer voorbereiding
staat. Het is de vraag, of alle andere deelen van het Imperium er van over
tuigd kunnen worden, dat ook hun eigen belangen in dezelfde mate gebaat
zullen zijn.
Algemeine Schweizerische Mïlitdrzeitung, Augustus 1934.
In „Fliegerschutz auch bei Tru-ppen des riickwdrtigen Dienstes" bepleit de
luit.-waarnemer Bachtold niet alleen het indeelen van beschermings-eenheden
tegen vliegergevaar bij de formaties van de diensten, maar meer nog het bij
brengen van het besef aan deze formaties, dat met dat gevaar terdege reke
ning moet worden gehouden.
De troepen-verbanden zijn thans wel doordrongen van de bedreiging uit de
lucht. Voor de diensten en „derzelver" leiding is dit nog niet het geval,
zooals den schrijver bij de manoeuvres van de 6e Zwitsersche divisie bij
Frauenfeld uit de opstelling en de verrichtingen der verschillende formaties
is gebleken.
Dit is te verderfelijker, omdat de luchtaanval, waarvan de uitwerking op
troepenverbanden meestal beperkt blijft tot groote moreele effecten, op de
formaties der diensten met hun omvangrijke treinen groote materieele ver
liezen zal veroorzaken en een langdurig lam leggen hunner verrichtingen.
De beteekenis hiervan is niet te onderschatten„Der direkte Schaden, den
Det. administrativer Organe erleiden können, sind von solch enormer Aus-
wirkung, das die bestgeführte Truppe innert kürzester Zeit kampunfahig
sein wird" en verder„Ein gut durchgeführte Bombenangriff auf adm.
Organe kann eine unvergleichlich gewaltigere Wirkung ausüben auf der