Enkele dezer voorbeelden mogen hieronder volgen hunne
nadere belichting bedoelt slechts het door kolonel Dormaar naar
voren gebrachte uiterst belangrijke vraagstuk ook van deze zijde
in beschouwing te brengen.
Wij willen hierbij echter dadelijk aanteekenen, dat, waar n.o.m.
de bewijsvoering der krijgsgeschiedenis ten aanzien van die door
snee-aanvoerders niet zeer opwekkend is, in de tegenwoordige
tijden en omstandigheden, en ook in de toekomst ook alweer n.o.m.,
zeker niet op meer en beter mag worden gerekend dan in thans
verledene tijden, omdat en het militaire „vak" en de kunst der
aanvoering zeker niet eenvoudiger zijn geworden, dat integendeel
vak en kunst steeds meer-omvattend worden, terwijl een horizon
tale en twee-dimensionale strategie en tactiek zich in het drie
dimensionale hebben uitgebreid en verruimd
De waarachtige kunstenaar, ook in de kunst der oorlogsvoering,
is en blijft zeldzaam.
De krijgsgeschiedenis kon slechts enkele werkelijk Grooten
boeken.
Niet iedere kunstenaar kan zich ontwikkelen tot een Rafaël of
een Michel Angelo.
Niet iedere strategische kunstenaar kan de hoogte en volkomen
heid bereiken van Hannibal, Caesar, Frederik den Groote of
Napoleon.
Desondanks kan hij, in kleiner formaat, ten rechte kunstenaar
worden geheeten.
Echter toont de krijgsgeschiedenis dat ook deze kunstenaars in
kleiner formaat niet overtalrijk is.
En dan bedoelen wij hier die krijgsgeschiedenis, welke slechts
rekening houdt met de zuivere feiten en waarvan Schlieffen
schreef
„Vor jedem, der Feldherr werden will, liegt ein Buch „Kriegsge-
aui i C'ass mit dem Zweikampf zwischen Kain und
Abel anhebt und mit dem Sturm auf die Lissabonner Klöster noch
lange nicht abgeschlossen ist. Die Lektüre ist, ich muss es zugeben
nicht immer pikant. Durch eine Masse wenig schmackhafte Zutaten
muss man sich durcharbeiten". (Rede bij het 100 jarig bestaan der
Kriegsakademie)
Die krijgsgeschiedenis blijft een onmisbare factor, niet slechts
ter bewijsvoering, maar vooral ook ter belichting van vragen en
vraagpunten, welke in een zoo veelomvattenden tijd, waarin de
strategie, de kunst der oorlogsvoering en dus de kunst der aanvoe-
ring, naar ruimte en tijd voortdurend grootschere vormen moet
aannemen, van alle zijden naar voren komen.
Dat voorvoelde Schlieffen reeds in zijn tijd, toen de Massa-heere
nog feitelijk uitsluitend in zijn studeervertrek waren overdacht
en begrepen.
13