ven onderafdeeling Lho'Nga, welke tot 1932 een eigen onderafdee- lingshoofd (controleur) bezat. Sinds dat jaar was de controleur van de onderafdeeling Koeta Radja in afwachting van de definitieve samenvoeging der onderaf deelingen Koeta Radja en Lho'Nga tijdelijk waarnemend controleur van laatstgenoemde onderafdeeling. (Vermoedelijk zal deze samenvoeging zijn geschied uit een oogpunt van bezuiniging. Ook is het mogelijk, dat men de belangrijkheid van de onder afdeeling Lho'Nga niet hoog genoeg aansloeg om haar zelfstandig heid te handhaven. Mede van invloed op de opheffing zal zijn geweest de aanleg van den grooten autoweg langs de Westkust van Atjeh, waardoor vele landschappen beter en sneller bereikbaar werden) II. KORTE BESCHRIJVING VAN HET VERZETSGEBIED De oppervlakte van het afgelegen landschap Lhong bedraagt ±175 km2, het grootste gedeelte bestaat uit onbewoonbaar berg land. Het bewoonde gedeelte, aan de kust gelegen, omvattende een sawahstrook ter lengte van 8 en ter breedte van 2 km, wordt zoowel in het n., z. als o. door tot aan den Indischen Oceaan reikend bergland omgeven. In deze strook en in het daaraan gren zende randgebergte werd gedurende de actie veel gepatrouilleerd. De in dat randgebergte veelvuldig voorkomende, weinig of geen sporen nalatende steile karangformatie en de daarin zich bevin dende talrijke grotten bemoeilijkten het succesvol ageeren in ern stige mate. In het uiterste zuiden van de bewoonde kustvlakte liggen de gampongs Pasi en Poedéng, de woonplaatsen van de tegen de „keumpeunie" opgestane verzetslieden. Tusschen deze gampongs en het bewoonde gedeelte van het zuidelijk gelegen landschap Kloeang, tot de onderafdeeling Tjalang (afdeeling West kust van Atjeh) behoorende, ligt een 10 km lang en tot 800 m hoog, gebergte. Ook in het n. is de bewoonde kustvlakte van de VI Moekims Lhong door een 10 km lang en tot den Ind. Oceaan gren zend bergland van den noordelijk gelegen moekim Leupoeëng gescheiden. Een goede autoweg voert van Koeta Radja over Lho'Nga (aan zee gelegen) en verder langs de Westkust in zuidelijke richting over Lhong (Mon Mata), Lam No (afd. Kroeëng Lam Beusóë), Tjalang, Meulaboh, Tapatoean tot Bakongan. De afstand van Koeta Radja tot het actiegebied bedraagt 60 km. De dichtst nabij het verzetsterrein gelegen bivaks zijn Lho'Nga en Lam No, elk 3 brigades infanterie sterk onder co. van een luitenant. Deze posten liggen aan bovengenoemden autoweg, respectievelijk op 40 km n. en 20 km z. van het actiegebied. 30

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 32