De actieleider, die den zuidrand van de vallei reeds tot gampong
Lam Paoeh had doorzocht, zou thans met 2 brigades infanterie
de Aloer Lam Paoeh op patrouilleeren, de 2e brigade maréchaussée,
onder commando van den Europeesch sergeant de Vries
No. 83467, behoorende tot de patrouille van den actieleider, zou
den zuidrand van de vallei verder afzoeken tot gampong Batèë
Reukah, daarna zou deze brigade gezamenlijk met een brigade
infanterie, onder luitenant Harterink, die door de sawahs en de
gampongs oost van Meunasah Poedéng zou marcheeren, de oevers
van de Kroeëng Poedéng verder afzoeken, tot 800 m. bovenstrooms
van Batèë Reukah.
Twee brigades maréchaussée onder kapitein Haga, welke later
bestemd zouden worden een schuilbivak op de hellingen van het
noordelijk van gampong Poedéng gelegen gebergte te betrekken,
kregen opdracht den noordrand van het gebergte naar sporen
af te zoeken tot de P van de Kroeëng Poedéng (overgang van het
voetpad)
De maréchausséebrigade onder luitenant Kooistra zou recht
streeks naar Batèë Reukah gaan en deze kleine gampong door
zoeken, daarna zou de kleine ongenoemde zijaloer, welke langs
gampong Batèë Reukah stroomt, gedurende 1 uur stroomopwaarts
worden afgezocht. Alle patrouilles zouden na de doorzoeking den
actieleider de resultaten op de plaats van samenkomst, boven
strooms van Batèë Reukah, mededeelen daarna zouden de troepen
de vallei bij avondschemering verlaten, onder geheime achterlating
van 2 brigades maréchaussée onder commando van kapitein Haga.
Vóór het afmarcheeren der patrouilles werd nogmaals uitdruk
kelijk order gegeven dat, bij het vinden van sporen en bij het hoo-
ren van vuren, als bovenvermeld gehandeld zou worden.
Bij het doorzoeken van de aloer Lam Paoeh had de patrouille
onder den actieleider al zeer spoedig succes, (zie bijlage III).
Nadat de patrouille te 2 nam. van Meunasah Poedéng was af
gemarcheerd, werd door gampong Lam Paoeh naar den westrand
van den mond van het dal der aloer Lam Paoeh gepatrouilleerd,
tot de plaats waar des morgens het doorzoeken van den bergrand
was geëindigd. Het voetpad van de gampong naar de aloer van
denzelfden naam loopt langs den oostelijken oever. Van de aloer
zelve is in den beginne niets te zien. Aan den mond van het dal
liggen tusschen de sawahs en het karangterrein slechts moerassen.
Waar het karangterrein begint is het dal niet breed, over enkele
gedeelten zelfs zeer nauw met steile hellingen op den linker oever
van de oostelijke uitloopers van den Glé Lam Paoeh en op den
rechter oever van de westelijke uitloopers van den Glé Kroeëng
Teungoh.
In verband met het moeilijk begaanbaar rotsterrein liet majoor
Agerbeek een brigade met den trein achter, terwijl hij met de
41