Bij duisternis of mist wordt nimmer op grooter afstand dan 300 meter gevuurd. Het wapen wordt op de gewone wijze op het doel gericht wanneer dit door zoeklichten, lichtkogels e.d. kan worden verlicht. Wanneer men niet over middelen ter verlichting van het vooi terrein beschikt, dan vuurt men met het wapen in de bij dag vastgelegde richting (hulpmikpunten, wapenfixeeren, zie A.S.K.M. pt. 107). De k.m. vuurt alleen op zeer laag vliegende vliegtuigen (doelen binnen den schuinen afstand van 300 meter) Voor het vuren op gepantserde doelen geldt hetzelfde als voor geweer (kar.) vuur; weet men niet waar de richt-, kijk-, en schietsleuven zich bevinden, zoo kan de silhouet met korte vuur- stooten worden afgezocht. De k.m. 's vormen met de mitrs de hoofdvuurkracht der infan terie. Het schieten met scherpe patronen. Dit vangt eerst aan wanneer men den indruk heeft, dat de man volledig vertrouwd is met het wapen en de verschillende houdingen achter het wapen op de juiste wijze aanneemt en het voorproefje met losse patronen achter den rug heeft (minder kans op angst en vuurschuwheid) Het gebruik van den waarnemingskijker (V.S.I. II pt. 37) en de oefeningen in het waarnemen en melden van aanslagen (V.S.I. II pt. 38) gaan hand aan hand met de schietoefeningen, evenals de behandeling van het opheffen van vuurstoringen (V K M 15 Hfdst. IV). Voor wat betreft de vuurstoringen is bij proeven op de W.D.W. genomen, gebleken, dat, vooropstellende dat het wapen goed in elkaar is gezet en de schutter goed met het wapen kan omgaan, over het algemeen bij het vuren met scherpe patronen weinig vuurstoringen voorkomen. Die vuurstoringen, welke optreden zijn meestentijds van weinig belang en zijn op eenvoudige wijze op te heffen. 27800 patronen waren ervoor noodig om een loop uit te schieten (een loop wordt afgekeurd wanneer het kal. 0,1 m.m. grooter is geworden) Nadat 15000 patronen verschoten waren, werd de kamer zoodanig ruw, dat het beweegbare deel onvoldoende ging terug- loopen, hetgeen merkbaar was aan de langzamere en zwaardere beweging. Door geregeld oliën van de kamer was het mogelijk de geheele proef af te schieten. Hieruit blijkt wel duidelijk de gunstige uitwerking van het gere gelde oliën van de kamer; de slijtage wordt, zoo niet voorkomen, dan toch zeer vertraagd. Het groote aantal patronen, hetwelk noodig was om den loop werkelijk uit de schieten, wekt niet anders 52

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 54