De verbinding geschiedt in de eerste plaats door middel van
radio-telefonie, aangevuld met motor- en automobiel-ordonnansen.
Het verbindingsplan omvat vier verbindingen, doch tengevolge
van de huidige beperkte uitrusting werden bij deze manoeuvres
slechts 3 verbindingen gebruikt, n.l. één ten behoeve van de ver
binding met vliegtuigen en pantserauto's voor de verkenning op
grooten afstand, één intern in de colonne en één voor verbinding
met den trein.
Demonstraties.
Vóór de eigenlijke manoeuvres aanvingen werd een serie demon
straties gehouden. De eerste van deze demonstraties toonde de 12.7
mm mitrailleur in actie. Deze mitrailleur is gemakkelijk in drie
deelen uit elkaar te nemen, de driepootaffuit, de bovenaffuit en de
eigenlijke mitrailleur; elk deel kan op één paard vervoerd worden.
Het gewicht van den mitrailleur plus draagzadel is 95 kg, hierbij
inbegrepen 40 patronen. Deze draaglast kan den troep overal vol
gen en kan binnen 20 seconden op den grond in actie worden ge
bracht. Het munitiedraagpaard, hetwelk den mitrailleur begeleidt,
draagt 450 patronen.
Er werden verschillende proeven gehouden op diverse afstanden
om de trefferdichtheid op bewegende schijven te demonstreeren.
Deze demonstratie was zeer belangwekkend, in het bijzonder met
het oog op het feit, dat de tegenwoordige Amerikaansche munitie
een pantser van 12.7 mm op 1000 meter en een pantser van 19
mm op 550 meter kan doorboren. Door de moeilijkheid om uit
een bewegend voertuig te vuren kan juist gericht vuur slechts
worden afgegeven op afstanden, welke 275 meter niet overschrijden,
hetgeen den 12.7 mm mitrailleur in een opstelling op den grond
een zeer groot voordeel geeft boven eiken mitrailleur in een be
wegend voertuig.
Het le gemechaniseerde regiment cavalerie demonstreerde het
tactisch gebruik van de verschillende samenstellende deelen van
dit regiment in een serie van drie demonstraties.
De eerste demonstratie bestond uit een verkenningsopdracht op
grooten afstand van een pantserauto-peloton, bestaande uit twee
secties, elk van 2 pantserauto's en een motorrijwiel.
Eén auto in elke sectie was uitgerust met radio. De gebezigde
marschformatie was de colonne met groote afstanden, waarbij de
auto's zich bewogen met een snelheid van 65 80 km per uur. Het
terreinwinnen geschiedde sprongsgewijze, waarbij het leidende
voertuig achter iedere terreinverhevenheid halt hield, waarna
vanuit de toren het terrein werd afgezocht alvorens een nieuwe
voorwaartsche sprong werd gemaakt. De motorrijder werd ge
bruikt om belangrijke punten dicht bij den weg te verkennen.
De tweede demonstratie bestond uit een aanval van een vecht-
wagen-peloton en een zwaar mitrailleur-peloton tegen een in stel
ling zijnde vijandelijke beveiligende afdeeling.
60