Toetsen we de hiervoren sub a gestelde conclusie aan deze drie wegen, dan kunnen we t.a.v. de eerste twee opleidingen al dadelijk zeggen, dat zij aan het gestelde doel beantwoorden. Eerstgenoemde opleiding heeft echter het voordeel, dat deze tevens met een kennis making met het Indische leger gepaard gaat, terwijl bovendien de eerste opleiding bij de Koloniale Reserve m.i. intensiever zal zijn dan bij een compagnie hospitaalsoldaten. Het zij verre van mij hier een minder gunstig oordeel uit te spreken over een eerste op leiding bij een onderdeel van de Koninklijke Landmacht. Zulks zou onjuist en onbillijk zijn. Het is echter een in Holland dagelijks te constateeren feit, dat, als gevolg van den minimaal korten oplei- dingstijd in het Nederlandsche leger, de eischen, welke aan de ui terlijke militaire vorming van den soldaat gesteld worden, lang niet zoo hoog zijn als die, welke in een in hoofdzaken uit vrijwil ligers bestaan leger als het onze worden gesteld. Doch er is meer. Behalve dat de adspirant-officier van gezond heid in Nijmegen al dadelijk kennis maakt met den geest van het Indische Leger, treft hij daar ook officieren en officieren van Ge zondheid aan, die hem bij voorkomende gelegenheden kunnen voorlichten over den werkkring, die hem in Indië wacht. Ook de om gang met bij de Koloniale Reserve gedetacheerde cadetten aan genomen, dat de opleiding van de a.s. officieren van gezondheid in de zomermaanden valt kan bijdragen tot een oriënteering op Indisch gebied. Kortom, ik voor mij ben overtuigd, dat de langs dezen weg in algemeen-militairen zin opgeleide officier van ge zondheid zich bij aankomst in een garnizoen in Indië heel wat be ter georiënteerd zal gevoelen dan na het doorloopen van een eerste- oefeningstijd bij een compagnie hospitaalsoldaten van de Konink lijke Landmacht. Het door Dr. Elshout genoemde bezwaar, dat er bij de Koloniale Reserve weinig gelegenheid is om met andere troe pen in aanraking te komen, bestaat m.i. ook, wanneer de oplei ding bij een compagnie hospitaalsoldaten in Utrecht of elders wordt doorloopen. Ik voor mij acht dit bezwaar niet van groote betee- kenis. Bovendien is hieraan tegemoet te komen door in Nijmegen zoo nu en dan gezamenlijk te oefenen met een der aldaar geleger de regimenten infanterie. Persoonlijk heb ik ondervonden, dat een desbetreffend voorstel aan de betrokken regimentscommandan ten steeds welkom was. Voeg aan bovenopgesomde voordeelen nog toe, dat een kazerne, die aan hoogere eischen voldoet dan de Prins Hendrikkazerne in Nijmegen in Nederland met een lantaarntje te zoeken is, dan meen ik hier als mijn conclusie te mogen uitspreken, dat de sug gestie van de Redactie van het I. M. T. een zeer gelukkige is geweest. Betreffende het derde voorstel, nl. om den officier van gezondheid een opleiding in Indië te doen volgen in den vorm van een deta cheering bij den troep, zou ik willen aanteekenen, dat m.i. deze 87

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 89