weg alleen dan ware te volgen, wanneer het doen volgen van een algemeen-militaire opleiding vóór de benoeming van officier van gezondheid om de een of ander reden niet mogelijk is geweest. De thans geldende bepalingen voor pas-aangekomen officieren van gezondheid zijn dan ook m.i. meer te beschouwen als een maatregel om tegemoet te komen aan een groot hiaat in de huidige opleiding van den militair-medicus dan als een stuk opleiding zelve. De militair-technische opleiding. De voorstellen van het D.v.O. t.a.v. deze opleiding zijn tweeërlei, t.w. 1. Het als semiarts doen volgen van de opleiding voor reserve officieren van gezondheid van de Koninklijke Landmacht, aan welken cursus een speciale Indische afdeeling ware te verbin den om het onderwijs aan de a.s. Indische officieren van ge zondheid zooveel mogelijk aan te passen aan de Indische toestanden. 2. Het instellen van een Indischen leergang voor pas-benoemde officieren van gezondheid aan eerder genoemde voor reserve officieren. Deze beide voorstellen verschillen voor zoover kon worden nagegaan aan de hand van het artikel van kolonel Dr. J. M. Els- hout alleen in het tijdstip waarop de opleiding zou moeten worden doorloopen, nl. eenigen tijd vóór, of kort na de benoeming tot officier van gezondheid. Practische overwegingen zullen hier moeten bepalen welk tijdstip als het meest gunstige moet worden beschouwd. Ik moge mij in dezen van een oordeel onthouden. In beide voorstellen komt evenwel naar voren, dat voor de Indische officieren van gezondheid een andere opleiding noodig is dan voor de reserve-officieren van gezondheid van de Koninklijke Land macht, m.a.w. in beide voorstellen treedt de eisch naar voren neergelegd in dz. conclusie betreffende de militaire-technische opleiding (zie blz. 86). Naast vorengenoemde opvatting wil ik thans de meening plaatsen van Kolonel Dr. J. M. Elshout, die de militaire-technische opleiding van de Indische officieren van gezondheid aan eerdergenoemde school slechts wil beschouwen als een algemeene oriënteering op mïlitairtechnisch gebied (2), die van dit standpunt beschouwd het verbinden van een Indische afdeeling aan de school voor reserve officieren van gezondheid wel aanlokkelijk, maar niet noodzakelijk vindt en die zich voorstelt de spécifiek-Indische militair-technische opleiding te doen plaats vinden te Weltevreden, onmiddellijk na aankomst in Indië 88 O I. M. T. 1934, Nr. 11. (2) CurSiveering van mij.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 90