Ik zou er op willen wijzen, dat dus ook Dr. Elshout een specifiek- Indische militair-technische opleiding noodig acht. Derhalve gaat het thans om de vraag: een speciale militair-technische opleiding in Holland (voorstel D.v.O.) of een algemeene oriënteering in Holland, gevolgd door een opleiding in Indië. Er zijn nu eenmaal verschillende wegen, die naar Rome leiden en deze zegswijze moge ook hier gelden. Het voorstel van het D.v.O. gaat rechtstreeks op zijn doel af, doch brengt m.i. het nadeel met zich mede, dat de opleiding een zuiver theoretische is. De aard van de te behandelen stof dwingt weliswaar tot een in hoofdzaak theoretische behandeling, doch bij een opleiding in Indië zou de mogelijkheid bestaan ook eenige practische oefeningen (genees kundige kaderoefening, kaartlezen, oriënteeren) in het programma op te nemen. Uit dit oogpunt beschouwd biedt het voorstel Dr. Elshout m.i. een groot voordeel. Overigens lijkt me laatstgenoemd voorstel echter minder aanbevelenswaardig en wel om de volgen de redenen Afgezien van de vraag, of het in verband met de opleidingskosten te wettigen is om de a.s. Indische officieren van gezondheid vooraf een cursus te doen doorloopen ter algemeene oriënteering, dient nog te worden nagegaan of de opleiding aan bedoelde school aan dit doel zal beantwoorden. Op grond van het programma (zie noot 1 bldz. 86) meen ik te mogen opmerken, dat deze leergang geen algemeene opleiding is, doch een gespecialiseerde opleiding voor reserve-officieren van de Koninklijke Landmacht. Voor het beoog de doel een algemeene oriënteering omvat deze opleiding dus eenerzijds veel te veel, anderzijds zeer weinig, m.a.w. deze cursus is voor den a.s. Indischen officier van gezondheid niet doelmatig. Bovendien acht ik het eerder een nadeel dan een voordeel, wanneer een officier of a.s. officier van gezondheid, die nog in alle opzichten zijn militair-technische opleiding moet ondergaan, eerst bij een an der leger een dergelijke cursus doorloopt. De nog niet bezonken kennis op laatstgenoemden cursus opgedaan zal in vele gevallen en ik zeg dit uit ervaring op overeenkomstig gebied tot verwarring aanleiding geven. T.a.v. het voorstel „eerst een algemeene oriëntatie, dan de spe ciale opleiding" zou ik nog het volgende willen zeggen. Naar mijne meening gaan een algemeene oriënteering en een speciale opleiding als het ware hand aan hand. Bij de behandeling van een bepaalde materie worden tevens algemeen geldende beginselen besproken elders toegepaste methoden worden eveneens naar voren gebracht. Een algemeene oriënteering is m.i. alleen dan van waarde, wanneer de te volgen cursus van huisuit hierop is ingesteld. Een nieuw voorstel. Toch kan ik om verschillende redenen iets voelen voor het denkbeeld: een voorbereidende opleiding in Holland, een aanvul- &9

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 91