lende opleiding in Indië. Ik denk me daarbij de opleiding in Holland
echter niet als een algemeene oriënteering, doch als een eerste ken
nismaking met het militair-technisch gedeelte van den werkkring
van den officier van gezondheid van het Indische Leger, die een
voortzetting vindt in den te Weltevreden te volgen cursus. Bedoel
de opleiding zou dan ook m.i. beter gegeven kunnen worden aan
inrichtingen van onderwijs, die reeds tientallen jaren zijn ingesteld
op een opleiding voor het leger in Indië, dan aan een nog op te
richten Indische afdeeling van de school voor reserve-officieren
van gezondheid. Met name aan de H. K. S. of aan de K. M. A. zou
een inleidende opleiding als hierboven bedoeld zeer goed mogelijk
zijn, waarbij ik voor mijn persoon, gezien de doelstelling van
deze opleiding, voor dit geval de voorkeur zou willen geven aan
de K. M. A. Het programma zou dan in hoofdzaken kunnen omvat
ten
1. Vredes- en oorlogsorganisatie van het Koninklijk Neder-
landsch-Indische Leger, waarbij tot in bijzonderheden te be
handelen de formatiën van den militair geneeskundigen dienst.
2. Beginselen der tactiek en tactische Indische reglementen, voor
zoover de kennis hiervan voor den officier van gezondheid
gewenscht is.
3. Chemische strijdmiddelen, f1)
4. Kaartlezen, terreinleer.
voor den dienst in
5. Reglementen en dienstvoorschriften. Ned-Indië
6. Dienstcorrespondentie.
7. Pistoolschieten.
8. Paardrijden.
Conclusie
Een algemeen-militaire opleiding bij de Koloniale Reserve en
een militair-technische vooropleiding aan de Koninklijke Militaire
Academie vormen naar dz. meening een gezonde basis voor een
voortgezette opleiding na aankomst in Nederlandsch-Indië.
90
(b Een leervak voor de cadetten van alle wapens.