kleur niet bestand bleek tegen kruitdamp. Gedurende den
veldtocht in Vlaanderen in 1701 werden de kousen welke
door het voetvolk werden gedragen door een soort been
windsels van canvas vervangen. Ook de invloed van de legers van
Frederik den Grooten deed zich gevoelen. Een soortgelijke klee
ding als door de Pruisen gebruikt, werd ingevoerd (o.a. het hoofd
deksel der bekende „Riesengarde"), doch in den strijd tegen de
Indianen in Canada en in andere koloniale oorlogen bleek deze
kleedij niet te voldoen. Thans ging men over tot kleeding naar
Hongaarsch model (attila en kolbak). De kleeding der Schotsche
Hooglanders, overeenkomende met de typische landsdracht van
dit volk, is steeds, zij het ook met geringe wijzigingen behouden
gebleven. Omstreeks 1790 deden de staande kraag, de cut-away"
en de gepoederde staartpruik hun intrede in het Engelsche leger.
In het begin der 19de eeuw werd de uniform der Duitsche Jagers
(groen) voor soortgelijke troepen van het Engelsche leger over
genomen."
Schrijver behandelt vervolgens uitvoerig de veranderingen,
welke de uniformen van het Britsche leger ondergingen gedurende
de oorlogen tegen Napoleon en in de Krim. Telkens blijkt, dat na
verblijf op het vaste land de veelkleurige en schitterende unifor
men van buitenlandsche legers in Engeland worden nagebootst,
liefst in nog fellere kleurschakeeringen. Daarbij zijn het vooral de
uniformen van het Fransche, Duitsche en Oostenrijksche leger,
welke navolging vinden. De Engelsche soldaat is gesteld op een
mooie 1) uniform en aldus komen in het Engelsche leger uniformen
in gebruik welke voor den dienst te velde zeer onpractisch zijn.
Hierin komt eerst verbetering gedurende de oorlogen op de Noord-
Westgrens van Britsch-Indië.
De scharlaken roode jas wordt dan eindelijk vervangen door het
khaki, dat van dit oogenblik af zijn intrede doet en spoedig ruime
toepassing vindt. In Engeland zelf echter houdt men aan de traditie
der mooie uniformen vast. Toch komt hierin langzamerhand wij
ziging, n.l. wanneer naast de pompeuze parade-uniform een zeer
eenvoudige werkuniform wordt ingevoerd.
Men begrijpt, dat een eenvoudige, doch practische uniform in
den oorlog van meer nut zal zijn. Als in 1914 de oorlog uitbreekt,
blijkt de veldtenue van het Engelsche leger, althans aan de zijde
der geallieerden, de eenige te zijn, welke zonder belangrijke wij
zigingen bruikbaar is in het terrein. De Fransche en Belgische
uniform voldeden geenszins.
België, Amerika en later ook Portugal en verschillende andere
landen namen de Engelsche uniform in kleur en model over. Toch
is de parade-uniform in Engeland ook na den oorlog behouden
gebleven bij verschillende bijzondere korpsen. Men bleef echter
Cursiveeringen enz. van Schrijver.
93