Hoewel uitderaard omtrent den uitslag van deze werkzaamheden
nog geen definitieve mededeelingen kunnen worden gedaan,
wordt het zeer goed mogelijk geacht, dat op deze wijze het klee-
dingvraagstuk tot een bevredigende oplossing kan worden gebracht,
waarbij de militairen de beschikking zullen krijgen zoowel over een
nette uitgaansuniform, als over een practisch en gemakkelijk zit
tend diensttenue.
Het verlangen naar een witte uniform zal dan vanzelf vermin
deren".
Hier vinden we dus weer een concessie aan het kosmetische
principe, terwijl, m.u.w. den open kraag over hygiënische eischen
in het geheel niet wordt gesproken.
Zoo was tot 1932 in de verschillende legers met de hygiënische
eischen, die aan een veldtenue moeten worden gesteld, onvoldoen
de rekening gehouden.
De voorwaarden, die in het algemeen aan de kleeding te velde
gesteld worden zijn de volgende
De kleeding moet soepel zijn, vervaardigd uit een sterke wasch-
bare stof, en van een gedekte, onopvallende kleur.
De aanschaffingsprijs moet laag zijn en de slijtageverschijnselen
gering.
De kleeding moet goed passend, d.i. niet te ruim en niet te
klein zijn.
De been- en armbewegingen moeten vrij en ongedwongen kunnen
zijn.
De bovenbekleeding moet een behoorlijke afsluiting geven, om
het indringen van insecten, enz. te verhinderen en moet zoo min
mogelijk uisteeksels hebben om geen belemmering te geven, bij
voortbeweging in het terrein.
Verder De kleedmg moet zoo min mogelijk wegen.
en ten slotte -.Onder- en hovenkleeding moeten afdoende be
schutting geven tegen klimatologische schadelijkheden.
Het doel van de kleeding in de tropen is een bescherming tegen
thermische en chemische inwerking der zonnestralen zonder
echter de warmteafgifte, de luchtverversching en zweetverdam-
ping te belemmeren.
Volgens RUPNER onderscheidt men aan kleeding primaire en
secundaire physische eigenschappen. De primaire worden bepaald
door de eigenschappen van de stof, waaruit ze gemaakt is, en wel
voornl. door de hygroscopische hoedanigheden, de elasticiteit en
het zwellingsvermogen, terwijl de secundaire afhankelijk zijn van
de wijze van weven, waardoor de luchthoudendheid, dikte, per
meabiliteit, het reëele geleidingsvermogen en de watercapaciteit
96