loos uniform weer zoovele conflicten met den eisch van behaag
zucht en ijdelheid.
2e. Zoolang voor velen de behoefte bestaat, om wanneer men
zich op zijn bureau alleen weet, eens „lekker zijn kraag open te
zetten", kan men niet spreken dat deze uniform aan den eisch van
doelmatigheid voldoet.
3e. Het meenemen van slechts enkele witte uniformen op reis
met daarbij behoorende hoofddeksels doet de bagage onevenredig
met de behoefte er aan toenemen.
b. De blauwe of zwarte uniform.
Wanneer aan deze uniform traditie verbonden was, zou ik de
laatste zijn om critiek te willen geven. Gezien de vele veranderin
gen die ze heeft ondergaan, kan echter hiervan geen sprake zijn.
IVlen kan de blauwe uniform beoordeelen, behalve naar de hier-
voren aangelegde maatstaf ook als volgt:
A. Voor den troep, als paradetenue.
1. ad. hygiënische eischen is commentaar overbodig.
2. Uit oogpunt van behaagzucht enz. Naar mijn smaak, die ik
echter meer, ook door burgers, heb hooren deelen, geeft de
troep in groot tenue niet den indruk van één geheel. Hoewel
de eisch van differentiatie niet uit het oog mag worden ver
loren, steken de officieren te veel af. Het geheel is niet martiaal
en doet aan militaire prestatie afbreuk; een wapenschouwing 2)
doet daarom krijgshaftiger aan.
Voorts is het een dwaas gezicht dat de marcheerenden tot
halverwege de onderbeenen vol met allerlei graszaadjes, komen
te zitten.
3. Doelmatigheid behoeft i.v.m. voorgaande geen nadere toe
lichting.
B. Voor den enkeling, mindere.
1. Hygiëne als A.
2. Behaagzucht enz. onvoldoende.
3. Doelmatigheid onvoldoende.
C. Voor den enkeling, officier.
1. Hygiëne als A.
2. Behaagzucht enz. De zwarte uniform voor den officier (On
derluitenant en Adjudant onderofficier) is fraai en maakt
vooral in Holland een goeden indruk, al past de specifieke
geparadeerd. W°rdt in H°lland te§™ordig altijd in veldtenue
242