252 oorlog in Oost-Azië uitgebroken is, b.v. om de hegemonie in China, en het bezit van onze koloniën, of althans van deelen daarvan, zou voor een of meer der oorlog-voerenden in strategisch opzicht van groote waarde zijn, dan is de kans zeker groot, dat onze neutraliteit niet wordt geëerbiedigd en dat wij dientengevolge in den oorlog worden betrokken. Nu kan Indië in tweeërlei opzicht voor een oorlogvoerende van bijzondere beteekenis zijn. In de eerste plaats, omdat het rijke petroleumgebieden heeft: op Java, Borneo, Sumatra en Ceram. In de tweede plaats, omdat in onzen Archipel alle zeewegen die Oost-Azië met het Westen verbinden, samenkomen. Zoowel de bescherming van de eigen zeeverbindingen als de actie tegen die van den vijand zal zich, wat Azië betreft grootendeels in onzen Archipel concentreeren. In beginsel nu is het juist, dat Indië als eilandenrijk alleen door een vloot doeltreffend kan worden verdedigd en wanneer wij maar een vloot konden onderhouden van voldoende sterkte om ieder, die het wagen durfde ons gebied binnen te dringen, er weer uit te gooien, dan was het Indische defensie probleem geen probleem meer! zóó duur, dat zoo'n vloot ten eenenmale buiten ons bereik ligt. Daarom is bij de Indische defensie ook een zeer belangrijke rol toebedacht aan het leger. Welk doel een toekomstige vijand in den Indischen Archipel ook moge nastreven, altijd zal het Indisch leger, in samenwerking met de Marine, alles in het werk moeten stellen om hem het bereiken van dat doel onmogelijk te maken. Even onmogelijk is dit niet al kan de vijand met groote overmacht komen, want de moeilijkheden, aan groote overzeesche expeditiën verbonden, zóó groot, dat een oorlogvoerende zich nog wel eens tweemaal zal bedenken alvorens hij besluit ze voor een nevendoel te aanvaarden, indien hij van te voren weet, dat hij op ernstigen weerstand kan rekenen. Hieruit volgt logisch, dat hoe krachtiger onze weermacht is, des te grooter de kans zal zijn, dat de vijand met het oog op die moeilijkheden van een dergelijke operatie zal afzien. U ziet dus, dat er in een krachtige Indische weermacht een sterk preventief element schuilt. Juist met het oog op de preventieve werking, die van een krachtige weer macht uitgaat, is het zoo te betreuren, dat de nood der tijden ons heeft gedwongen op het leger aanzienlijk te bezuinigen, zoodat voor Java slechts rond 20.000 beroepsmilitairen over zijn, alle non-combattanten inbegrepen. En het moet in de eerste plaats als reservoir dienen, waaruit wordt geput om de troepen op de buitengewesten af te lossen en op sterkte te houden, en verder als reserve voor geheel Indië. Gelukkig zal het leger, sedert de invoering van de dienstplicht voor Euro peanen, in oorlogstijd met een vrij aanzienlijk contingent militie en landstorm worden versterkt, waarbij de landstorm, het oudste gedeelte dus, in hoofdzaak zal worden gebruikt voor handhaving van orde en rust. Toch is de legersterkte op het oogenblik tot een zéér laag peil teruggebracht en daardoor heeft de preventieve werking van dit machtsorgaan aan beteekenis ingeboet. En juist de preventieve werking kan zulke verstrekkende gevolgen hebben, getuige het gebeurde in 1914. Ieder, zoo besloot hij, die ons prachtig Insulinde uit eigen aanschouwing kent, beseft, dat dit pronkjuweel het kostbaarste der poesakastukken is, die wij van onze vaderen geërfd hebben en dat geen prijs te hoog kan zijn, om het voor onze kinderen en kindskinderen te bewaren. Die prijs is de som, die wij voor onze weermacht uittrekken. Dat die som goed besteed is, weet ieder, die de schoone bladzijde kent, die het Indisch leger met zijn bloed heeft geschreven in het gedenkboek der geschiedenis. Hierna voerde een afdeeling Kol. Reserve een colonne geweer uit, welke onberispelijk uitgevoerd, grooten bijval vond. Met een kort woord heeft mr. Bautz de vergadering gesloten dat door het Wilhelmus werd gevolgd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 126