263 De commandanten vail onderdeeien van de compagnie kunnen niet tege lijk vlakbaan- en krombaanvuur leiden aangezien de aanvoering zoo dicht bij den vijand daarover te moeilijk is. Allgemeine Schweizerische Mïlit'dr zeitung, September 1934 geeft in Die Infanterie und ihre Bewaffnung" door Major i. Gst. Gustav Ddnïker een uitnemend overzicht van het huidige bewapenings- en organisatieprobleem van de infanterie, aan de hand van de voorloopige door Zwitserland gekozen oplossing. Bij den aanvang van den wereldoorlog werden alle infanterie-vuurwapens in voorste lijn ingezet; het vuur van den tegenstander leidde gaandeweg tot echelonneering in de diepte; de moeilijkheid van het doorschrijden van de laatste 300 m maakt echter ook vuurwapens bij de voorste infanterie noo- dig. Elk onderdeel van laag tot hoog moet daarom van geëigende bewape ning zijn voorzien. Onder de individueele wapenen rekent schr. behalve handgranaten, vuist vuurwapens en geweren ook de zelflaadgeweren. Daarnaast onderscheidt hij collectieve wapenen, wier vuur in de plaats is getreden van het vroegere afdeelingsvuur (lichte mitr. en mitr.), begeleidende wapenen, die niet aan den algemeenen vuurstrijd deelnemen, doch de infanterie begeleiden om dadelijk bij de hand te zijn, waar een weerstandskern moet worden ver- meesterd, welke niet door andere wapens kan worden „erledigt" (mortieren en kanonnen), en als speciale groep in de begeleidende wapens de bijzondere tegen tanks en vliegtuigen. De eigenlijke strijdeenheid is de groep. Zij vindt een collectief wapen in den lichten mitr. Opmerkelijk en n.o.m. behartigenswaard is hetgeen schr. opmerkt over het gevecht van de sectie „Die Führung des Zuges hat man sich oft in übertriebenem Masze als „ein geistreiches Manövrieren vorgestellt, zum Teil deshalb, weil die höheren „Graden, welche die Organisation und die Kampfweise bestimmten, der „gewöhnliche Zugskampf intellektueil zu wenig interessant war. So ist zu „einer Organisation gekommen, deren Geschmeidigkeit so weit vorne am „Feind gar nicht ausgenützt werden konnte, weil die hierzu notwendigen „günstigen Voraussetzungen fehlen. Der Infanteriezug soli einfacher organisiert werden, im allgemei- „nen zu drei gleichen Gruppen ohne Trennung von Feuer und Bewegung „auf der Stufe des Zuges." Voor den sectiecommandant is hoofdzaak de richting aan de groepen te geven en de inzet van zijn persoonlijkheid. Niet „Vuren!" is zijn voornaamste commando maar bij den aanval „Mij volgen", in de verdediging „Standhou den". In vredestijd is men misschien geneigd de aanvoering van de sectie „geleerd" te beoefenen, in oorlogstijd kan daar geen sprake van zijn. Ook voor de compagnie valt er nog weinig te „combineeren": „Auf „dieser Organisationsstufe heiszt es noch sehr stark Entweder man greift „an, also man geht vor, zuerst noch ohne und dann mit Feuer, oder man „verteidigt sich, also man bleibt und halt aus. Weshalb man angreift oder „unter welchen besonderen Verhaltnissen man verteidigt, darum haben „sich die untersten Infanterieverbande noch nicht zu kümmern. Eine solche „Differenzierung ergibt sich erst auf höherer Stufe." Als ondersteuningswapen komt nu in plaats van de vroeger eventueel in te deelen mitr. een bijzondere „vuursectie" van 3 lichte mitr. op affuit in de Zwitsersche compagnie. Toevoeging van mitr. kan echter voor bepaalde gevallen noodig zijn. Voor de sectie vindt schr. de affuit eigenlijk onge- wenscht, aangezien daarbij i.v.m. de te bestrijden doelen geen behoefte bestaat aan een nauwe bundel. Bij de compagnie zal echter eerder de moge lijkheid bestaan om met succes juistheidsvuur tegen een onderkend doel af te geven; het kan daarbij noodig zijn de bundel aan een bepaald doel aan te passen, waarbij dan de bundel geleid kan worden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 137