265 geen andere mogelijkheid dan coördinaten. Voor de berichtoverbrenging wenscht hij gebruik te maken van radioverbinding, aangezien telefonische verbinding met de voorste lijn te onzeker is. Vervolgens behandelt S. het andere element, het detachement de liaison en de aanvraag van art. vuur door de inf. Vooropstellend dat de aanvraag van art. vuur van geen lageren cdt. mag emaneeren dan van den Bataljonscdt. |r (die ook de beschikking heeft over de zware inf. wapens), onderscheidt hij twee gevallen: de aanvraag bij de prise de contact" en de aanvraag „en cours d'attaque après la prise du premier object". In het eerste geval acht hij den toestand meest waarschijnlijk als volgt. Als de inf. bij de nadering plotseling door vijandelijk vuur niet meer vooruit kan gaan, zullen van de steunende Afdeeling 2 batterijen in stelling staan, de 3e komt opmarcheeren van achteren. De waarn. post voor den Afd. C. is verkend, doch nog niet bezet. De Afd. C. vertrekt er onmiddellijk naar toe en laat zijn lieutenant de liaison achter bij den Inf. Reg. cdt. De twee voorste Batalondscdtn. hebben elk bij zich een onderoff. en een motorrijder of ber. ordonnans van de artillerie. De kapt.-adjud. van de Afdeeling is bij de bat terijen. De Bataljonscdt. zendt zijn bericht „Ik kan niet voorwaarts, vraag art. vuur op vij. mitrs. in (coörd.)" per eigen radio (vercijferd) en per ordon nans naar den Reg. cdt. Van hier wordt de opdracht tot vuren gegeven door den lieutenant de liaison aan de Afdeeling door de interne art. verbindingen, meestal per bereden of motor-ordonnans, soms per telefoon. Als een radio toestel van de Afd. uitluistert op het net van de inf. kan het eerstgenoemde bericht ook reeds ontvangen zijn. De kapt.-adjud. zendt de vuuropdrachten aan de batterijen en geeft aan de waarn. post door: „Neem het vuur waar op vij. mitrs. in 75—23". De Afd. C., die zich met een B. C. op de waarn. pst bevindt, tracht het doel op te sporen. Slaagt hij daarin, dan zal hij zelf de leiding van het vuur op zich nemen. Zoo niet, dan wordt het vuur zonder waarneming afgegeven, wat meestal het geval zal zijn. Mogelijk is echter, dat de waarnemer bij het bataljon het ontketende vuur waarneemt en be richt zendt omtrent de ligging. S. acht bij dit vuur een fout mogelijk van 250 a 300 meter, waarbij hij echter nog geen rekening houdt met terrein- hoekfouten. De tijd, die noodig is aleer het vuur wordt afgegeven, loopt zeer uiteen, doch is in gunstige omstandigheden minstens een half uur. De vuuraanvraag tijdens den aanval zal in de 1ste phase slechts zelden voorkomen, omdat de steun geschiedt volgens tijdtabel en z.v.m. met waarn. posten van den Inf. Reg. cdt. en den Afd. C. Nadat het eerste object is genomen zal men echter vaak om steun moeten vragen. Het zal veel moeilijker zijn om hieraan te voldoen dan bij de prise de contact. S. acht alleen een snelle vuuropening verzekerd door batterijen, die onmiddellijk achter de inf. vol gen. En dit zal alleen toegepast kunnen worden bij gebruik van enkele ge pantserde stukken. Eisch vóór alles is, dat de art. weet waar de eigen inf. is. De af te geven vuren zijn óf voorbereide vuren, aangegeven door een letter, óf afsluitingsvuren voor de eigen inf. De duur ervan zal zijn 2 minu ten met max. vuursnelheid. In de Rev. cl'Art. van Sept. 1934 schrijft Luit. Kol. de Mazenod over „Les pièces nomades". In het Fransche gevechtsvoorschrift voor de artillerie wordt het gebruik van sections nomades slechts kort gememoreerd bij de verdedi ging. S. behandelt dan achtereenvolgens 4 gevallen, waarin men van sec tions of pièces nomades kan gebruik maken. A. Voor nachtelijk vuur diep in het vijandelijk gebied. In de meeste terreinen kan men een veldstuk wel tot op 500 a 1000 m van de voorste lijn brengen. Ten allen tijde kan dit 's nachts, maar vaak ook in de avond schemering. De verkenning geschiedt overdag en het vuur wordt nauwkeu rig voorbereid. De tijd, dat het stuk in stelling staat moet zoo kort mogelijk zijn. Het doel kan zijn een aanvullingsplaats, een bivak, een kantonnement, elke mogelijke troepenverzameling. Het vuur wordt hoogstens 2 minuten vol gehouden met max. vuursnelheid. Daarna wordt de stelling verlaten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 139