ting op de Pó Katjang was gelegen, andere verklaarden, dat de
Koeta zuid van de kroeëng Poedéng lag.
Op dezen dag werd te Poedéng met den bouw van een marsch-
bivak voor 7 brigades begonnen.
Door 2 brigades werd het terrein tusschen gampong Pasi en den
Glé Lam Paoeh opengekapt ten einde het fourageeren van verzets
lieden in die gampong te bemoeilijken en beter uitzicht te verkrij
gen bij later te leggen hindernissen.
8 December.
Naar aanleiding van de op 7 Dec. te Pasi van de bestuursambte
naren verkregen berichten werd kapitein Haga met de 2de en 6de
brig. mar. en de brig. Lho Nga, waarbij luitenant Harterink, naar
den Glé Pó Katjang gezonden met opdracht in n. en n.o. richting
dezen tjöt te beklimmen en er naar sporen te zoeken. Te 7 vom.
werd afgemarcheerd. In het zadel n. van Meunasah Poedéng (zie
bijlage II) werden sporen, vermoedelijk van twee man, aangetrof
fen. Deze sporen werden in z.o. richting gevolgd tot aan den rand
153
A plaats waar uitkijkpost heeft gestaan.
B plaats van afdaling.
C van de verzetslieden.
I gereedstelling der groepen.
II lijn bij de aanraking.
III: na
1 groep van kapt. Haga.
2 luit. Harrink.
schaal 1 4000.