Met het heengaan van dezen opperofficier is wederom het aan tal van de nog overgebleven groote figuren uit een vroegeren glorietijd van het Indische Leger met een verminderd. Uit zijn militaire loopbaan teekenen wij het volgende aan. Op 15 April 1870 te Magelang geboren, begon deze Opper officier zijn militaire carrière als cadet aan de Koninklijke Militaire Academie op 30 Augustus 1887. Aanstelling tot tweede luitenant der infanterie volgde op 3 Augustus 1891. In Mei van het volgende jaar vertrok luitenant Gerth van Wijk naar Ned.-Indië, zette aldaar op 20 Juni voet aan wal en diende achtereenvolgens bij het 10e, 9e en 15e bataljon. 29 November '94 volgde bevordering tot eerste luitenant, in welken rang hij bij de drie zelfde bataljons en daarna als luite nant-adjudant bij het 2e depot-bataljon dienst deed. Na met gunstig gevolg het toelatingsexamen voor den cursus in de krijgskundige studiën aan de Hoogere Krijgsschool te hebben afgelegd, vertrok luitenant Gerth van Wijk in Augustus 1898 naar Nederland, om na afloop van dien cursus in November 1901 weer naar deze gewesten terug te keeren. Na achtereenvolgende detacheeringen bij den Topografischen Dienst te Poerworedjo, de le bergbatterij te Banjoe-Biroe en het hoofdkantoor van den Generalen Staf te Batavia, volgde benoe ming tot adjunct bij het Kabinet van den Legercommandant, welke functie luitenant Gerth van Wijk bekleedde tot zijn bevor dering tot kapitein op 26 Juni 1904. Na enkele maanden bij het 20e bataljon te hebben gediend, volgde nogmaals een detacheering bij het hoofdkantoor van den Generalen Staf, van waar echter al spoedig via het 20e bataljon overplaatsing naar het 2e garnizoensbataljon van Atjeh en plaat sing bij den gewestelijken staf aldaar volgde. Hier nam kapitein Gerth van Wijk deel aan de krijgsverrichtingen in de jaren 1905 —1908. In Januari 1908 werd hij belast met het bestuur over de onderafdeeling Alaslanden met den titel van civiel-gezagheb- ber. Na in Mei van dat jaar wederom te zijn ingedeeld bij de infanterie, resp. bij het 2e garnizoensbataljon op Atjeh en het 10e bataljon, volgde plaatsing bij het Hoofdkantoor van den Ge neralen Staf en in Mei 1910 benoeming tot adjudant van den Legercommandant. In Juni 1913 volgde bevordering tot majoor de maand daarop werd met een jaar verlof wegens langdurigen dienst naar Europa afgereisd, welk verlof met een half jaar werd verlengd. Intusschen brak de wereldoorlog uit en werd majoor Gerth van Wijk 2-8-1914 a la suite bij de Koloniale Reserve geplaatst en bij het gemobiliseerde Nederlandsche Leger ingedeeld. Na op 9 Maart 1916 te zijn bevorderd, werd overste Gerth van Wijk in Juli d.a.v. ontheven van zijn plaatsing bij de Koloniale Reserve, waar-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 2