bereikte de patrouille den grooten weg, welke in zuidelijke rich ting werd gevolgd met het doel het schuilbivak weder te betrek ken. Aangezien op bevel van kapitein Haga de schoenen even eens in het schuilbivak waren achtergelaten, de maréchaussees deels op bloote voeten, deels op gummischoenen liepen, kon de brigade geruischloos marcheeren. Ongeveer ter hoogte van km. 61.7 (700 m. zuid van den zuid rand van het meertje Kroeëng Goeha) gekomen, namen de 2 als spits loopende maréchaussees voor zich uit, aan de rechter zijde van den weg op ongeveer 30 m. afstand, eenige in den donkeren nacht de aandacht trekkende lichtpuntjes waar. De spits hield den pas een weinig in en gaf van het waargenomene op fluiste- 159

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 33