renden toon kennis aan kapitein Haga. Deze hield halt en de brigade eveneens. Nadat kapitein Haga even met de spits had beraadslaagd of deze lichtpuntjes vuurvliegen dan wel brandende strootjes konden zijn werd een tiental meters in die richting voor zichtig voorwaarts gegaan tot ongeveer het midden van den weg. Hier ontstak de patrouillecommandant zijn lampoe center, hield halt, waarop de brigade links en rechts front maakte. In het slechts 1 seconde schijnende licht namen de spits, de brigade commandant en eenige daarachter volgende maréchaussées een troepje Atjehers waar, gewapend met blanke wapens. Zij zaten gedeeltelijk op den berm, gedeeltelijk in den loeëng daarnaast, op 25 m. afstand van de spits. Bij het zien van de Atjehers in het licht van zijn lamp com mandeerde kapitein Haga „Pasang", waarop de spits en enkele vooraan marcheerende maréchaussées van het rechter gelid op de opspringende en in verschillende richtingen vluchtende Atjehers het vuur openden. Op hetzelfde oogenblik ging het licht van de center van kapitein Haga uit en even later weer aan. Verscheidene maréchaussées zagen de verzetslieden in verschillende richtingen in het struikgewas tusschen den weg en het strand vluchten. Één Atjeher keerde, na aanvankelijk eenige passen te zijn ge vlucht, terug en liep, terwijl hij zijn gléwang zwaaide, over den rechter berm van den weg op de brigade toe, eerst tot ter hoogte van kapitein Haga (Nr. 2 van het rechter gelid). Er waren toen reeds eenige schoten afgegeven op de vluchtende Atjehers en op den aanvaller, die vervolgens vóór de spits langs, tot vóór het linker gelid liep. Hier richtte de brigadecommandant, Nr. 2 van het linker gelid, zijn reeds eerder ontstoken center op den Atjeher, terwijl hij een schot op hem loste. Het vuren door het rechter gelid op de vluchtende Atjehers en door de spits en het linker gelid op den aanvaller ging in een snel tempo voort. De aan valler werd, terwijl hij zich op 1 a 2 m. vóór het linker gelid, steeds uitvallen naar de brigade verrichtende, naar de staart van de brigade verplaatste, voortdurend onder vuur genomen. Toen de brigade commandant een tweede schot in schuins-linksche rich ting op den Atjeher had gelost, hoorde hij kapitein Haga, die schuins-rechts voor hem stond roepen„Anak2 maréchaussée, siapa jang pasang sama toean en kort daarop„Kruithof, ver- bandblik, ik ben gewond door eigen vuur in mijn buik, vlug toch wat, schiet toch op". Intusschen was de aanvaller Doellah nabij de staart vóór het linkergelid gevallen en het vuren geëindigd. Kapitein Haga ging op den grond zitten. Even daarna riep de dardanel van den patrouillecommandant, die op het midden van den weg stond„Toean saja djoega loeka". Bij onderzoek bleek, dat kapitein Haga links van den wervelkolom was getroffenhet schot had het linker gedeelte van den buik verlaten. De dardanel was door een schotwond aan den rechter bovenarm verwond. 160

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 34