„matiging somtijds plicht voor den meerdere zijn. Nauwkeurige
„regelen zijn hiervoor bezwaarlijk te geven, en zeker is een straf
wetboek niet de plaats om ze te formuleeren. De meerdere, en
„deze alleen, is voor zoodanige machtsoverschrijding en voor al
„hare gevolgen verantwoordelijk. x) Maar juist hierom ook zal in
„den regel de mindere zich over de bevoegdheidsvraag geen oor-
„deel mogen aanmatigen, doch de dienstbevelen van eiken meer-
„dere behooren te gehoorzamen.
„Niet altoos evenwel.
„Wanneer de mindere weet, dat door de nakoming van het
„bevel de belangen van den Staat die hij heeft te beschermen,
„zullen worden geschaad dat hij door de opvolging of door
„enkele uitvoering van het bevel zich aan bestraffing zou bloot
stellen of dat daaruit wederrechtelijk nadeel zou kunnen ont
staan, dan zal hij het hevel in sommige gevallen onuitgevoerd
„mogen laten; in andere gevallen zal hij daartoe zelfs ver-plicht zijn.
„Juist door te gehoorzamen kan men zich dus aan een strafbaar
„feit schuldig maken. 2)
„Wat straks gezegd werd, geldt echter ook te dezen de min-
„dere moge bij de somtijds moeilijke keuze zijner gedragslijn met
„groote omzichtigheid te werk gaan, want ook hierbij handelt
„hij suo periculo. Anderzijds zal ook de rechter, bij de strafrech
telijke beoordeeling van het gedrag van den mindere, aan die
„moeilijkheid der keuze indachtig zijn.
„De noodzakelijkheid van uitzonderingen op den regel van blinde
en onvoorwaardelijke gehoorzaamheid valt alzoo niet te looche
nen. 3) Volgt nu daaruit, dat die uitzonderingen uitdrukkelijk in
de wet moeten worden vermeld 2
„Die gevolgtrekking zou alleen dan juist zijn, indien de bedoelde
„omstandigheden te beschouwen waren als bijzondere gronden,
„die de strafbaarheid enkel en alleen van de ongehoorzaamheid
„uitsluiten. Dit is echter niet het geval. Ook bij tal van andere mis-
„drijven, zoowel in het gemeene recht als in het militair recht
„omschreven, kunnen zich dergelijke verwikkelingen voordoen,
174
Misbruik van gezag is strafbaar volgens art. 421 W.v.S. en art. 126
W.v.M.S. Verstandige en nuttige aanwending van gezag in een geval waarin
men het, naar strikt recht, persoonlijk niet kan doen gelden, in geen misbruik.
2) Cursiveering van mij. S.
3) Vgl. KOOLEMANS BEYNEN, Mil. Speet., 1883, blz. 909, 914;
BEAUJON, ibid., 1884, blz. 179.
De Engelsche Army act. heeft (sec. 9): „Disobeying the lawful command
of a superior officer." SIMMONS, Court Martial, 595 (aangehaald bij Major
SISSON C. PRATT, Military Law, 1883, blz. 125, en bij COCHRAN, A handy
text-book on military law, 1884, blz. 16) geeft deze definitie: So long as the
orders are not obviously and decidedly in opposition to the well-known and
established customs of the army and laws of the land, or, if in opposition
to such laws, do not tend to an irreparable result, so long must the orders
of a superior meet prompt, immediate, und unhesitating obedience".