„die tot dezelfde vragen en bezwaren aanleiding zullen geven. „BINDING heeft daarop onlangs uitdrukkelijk de aandacht ge vestigd doch tevens heeft hij duidelijk doen uitkomen, dat èn „voor den persoon die zich gesteld ziet tegenover een conflict „hetzij van door 't recht beschermde belangen, hetzij van rechts plichten, hetzij van zulk een belang en zulken plicht, èn voor „den rechter de oplossing der moeilijkheden naar een dadelijk „voor de hand liggenden regel gemakkelijk is te vinden, indien „maar de wet geen beperkte beschrijving van de overmacht (de „noodzaak, den noodtoestand) bevat. 1) Gelukkig heeft de Neder- „landsche wetgever zich bij de samenstelling van het Wetboek van „Strafrecht met voordacht onthouden van eene wettelijke om schrijving van die begrippen, en liet hij den noodtoestand, zonder „dezen zelfs te vermelden, opgaan in de overmacht, omdat daar- „bij „de grenzen tusschen het geoorloofde en ongeoorloofde van „het (onder gewone omstandigheden strafbare) feit geheel af hankelijk zijn van de omstandigheden waaronder het zich voor doet, en het dus even gevaarlijk als onnoodig is, het vrije oordeel „des rechters te binden door wettelijke omschrijvingen".2) „En zoo geeft de zeer ruime redactie van artikel 40 3) van het „Strafwetboek derhalve ook den militairen rechter de gelegenheid „om in de straks besproken gevallen de strafbaarheid der ongehoor- „zaamheid te toetsen aan en te laten afhangen van de omstandig- hedenen wel, in de eerste en voornaamste plaats, van de betrek- „kelijke waarde der verschillende plichten die met elkander in „botsing kwamen, of van de waarde van het rechtsgoed, ter be- scherming of beveiliging van hetwelk de militair de gegeven order „meende te mogen of te moeten verzaken. 4) De rechter zal zich „daarbij hebben te gedragen naar de eenvoudige waarheid, die ook „den mindere bij zijne handelwijze tot richtsnoer moet strekken, „n.l. dat van twee kwaden steeds het minste verkieslijk is." En uit het Verslag der Militaire Commissie (naar aanleiding van het vorenstaande gedeelte der Memorie van Toelichting) worde hier vermeld 175 b BINDING, Handb. des Strafrechts, I, blz. 756 vlgg.- Van de door hem aangehaalde voorbeelden van Pflichtennothstand zijn bij de samenstelling van een militair Strafwetboek vooral de volgende belangwekkend: „Ein Soldat auf Vorposten vor dem Feind, dem jeder Alarm untersagt ist, erhalt dort Kunde von einem gemeingefahrlichen Verbrechen, das alsbald verübt werden soli: seine Soldatenpflicht bindet ihn an seinen Posten, die Pflicht das geplante Verbrechen zu melden, heischt, dass er diesen Posten verlasst; der Inlan der in Fremden Militardienst darf bei ausbrechendem Kriege seine Fahne nicht verlassen, aber auch nicht gegen sein Vaderland dienen; derjenige, der Unterthan zweier Staaten ist, wird von beiden beim Ausbruch eines Krieges zwischen ihnen zu den Waffen gerufen". "-) SMIDT, Swb. 1, blz. 376 (2e druk, blz. 405). 3) Is artikel 48 Ind. W.v.S. Cursiveering van mij. S.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 49