gewaardeerd) door de superieuren en eventueel door den rechter
als hem de zaak ter berechting wordt voorgelegd.
Vóóraf wettelijk vast te leggen, wat men wèl en wat men niet mag
doen, is niet aan vaste regels te binden: elk geval is weer anders
dan het voorgaande. En een wettelijke omschrijving welke alle
gevallen van gepaste (verplichte) ongehoorzaamheid zou pogen
te omvatten, zou achteraf vaak blijken te falen, juist voor de
extreme gevallen. En die hebben we hier toch juist op het oog
De wettelijke omschrijving zou in vele gevallen veel te ruim
blijken te zijn, zeer in het voordeel van den delinquent, en in
andere gevallen zou die omschrijving te eng blijken, dus zeer in
het nadeel van de justiciabelen werken. Eene omschrijving als
die door kolonel Dormaar voorgestaan, noemt men in de Duitsche
literatuur zoo juist een „Ventilbegriff".
De jurisprudentie moet daarna de grenzen van dat „Ventilbe
griff" nog nader gaan vaststellen, wat eerst kan, nadat reeds een
groot aantal gevallen den rechter zijn gepasseerd.
Het is daarom beter niets van te voren te regelen en vast te
leggen in gevallen als de onderhavige. Daarentegen is het zeer aan
te bevelen veel theorieën en lezingen te houden over goed geko
zen voorbeelden uit de krijgsgeschiedenis. Bij het lezen en hoor en
van die krijgsgeschiedenis doet een ieder die indrukken op, welke
hem het meest frappeeren; daardoor ontstaat inzicht en doorzicht
bij elk individu naar gelang zijn innerlijken aanleg.
Laten we daarom onze toevlucht nemen tot het middel van be
studeering der krijgsgeschiedenis, zonder te pogen een vast cri
terium neer te leggen in de wet, wanneer men verplicht is onge
hoorzaam te zijn. Dit laatste kan leiden tot misopvatting en moet
uit dien hoofde worden afgekeurd. En we weten het nu eenmaal
de geschiedenis is daar om het te bewijzen dat het niet zoo ge
makkelijk is een wetsartikel, dat met veel moeite is tot stand
gebracht, en achteraf toch niet blijkt te deugen, weder te doen
verdwijnen.
De diepte te beoordeelen van het conflict, dat ontstaat wanneer
in een mindere de zekerheid wordt geboren dat gehoorzaamheid
in een bepaald geval fataal zou zijn, is slechts weinigen gegeven.
De voorbeelden welke kolonel Dormaar ons geeft, bevestigen deze
uitspraak. De daar optredende figuren zijn groote mannen in
militair opzicht, die wisten te kiezen; groote geesten bovendien,
ware kunstenaars in hun vak.
En dat ik niet alleen sta in mijn meening blijkt wel uit het
hoofdartikel van het Bataviaasch Nieuwsblad van 21 November
1934, getiteld „Heilige ongehoorzaamheid", van de hand van „K",
Hierin wordt o.m. het volgende gezegd
„Alleen indien de allergrootste belangen op het spel staan, kan
„zich de geest van de heilige ongehoorzaamheid over de beste
184