Het zal duidelijk zijn, dat een dergelijke omslachtigheid nimmer de bedoeling kan zijn, te méér nóg, waar elders in het voorschrift (punt 24 (1)) terecht op bekorting wordt aangedrongen. Zelfs de aanduiding van hoofdletters en gewone letters zal in cijferteksten meestal overbodig zijn. De afzender van het bericht geve zich echter terdege rekenschap van de mogelijkheid dat daardoor begripsverwarring bij de ontcijfering kan ontstaan. Het zou bijv. kunnen voorkomen dat, indien R.I. wordt vercijferd als ,,ri" (dus zonder JAH-groepen en zonder punten) de geadres seerde bij de ontcijfering daarvoor zou kunnen lezen „ri" „rich ting" (zie Bijl. D. blz. 65). Wanneer echter een dergelijke begripsverwarring door het tekst verband uitgesloten kan worden geacht, dan bestaat er n.m.m. geen enkel bezwaar tegen, om ,,C. 3 R.I. om te zetten in „C JBF R I" en dezen tekst daarna te vercijferen. Het zal den aandachtigen lezer wellicht niet ontgaan zijn, dat in Bijlage A als afkorting voor „Commandant" wordt voorgeschre ven: „C", terwijl op blz. 58 voor „Commandant" de afkorting: „cdt" wordt voorgeschreven. Evenzoo vindt men o.m. voor „regi ment" resp. de afkortingen„R" en „reg". Dit zijn echter slechts oogenschijnlijke tegenstrijdigheden, aan gezien zij elk voor zich dienen als afkorting in scherp van elkander te onderscheiden gevallen, welke men nader vindt uiteengezet in de punten 5a en 5b van de Toelichtingen op Bijlage A (blz. 20 van de Bijlagen). De afkortingen van Bijlage A bezigt men nl. wanneer het ge commandeerde onderdeel wordt genoemd, terwijl de in Bijlage D voorgeschreven afkortingen worden gebruikt, wanneer die onder- deelen niet worden genoemd. Dus: „voorhoedecommandant C. 3 R.I." wordt: „vh cdt C. 3 R.I."; „commandopost regimentscommandant in kampong A" wordt: „cop reg cdt in kpg A". Nu we toch eenmaal de „Toelichtingen" in beschouwing moesten nemen, zullen we deze beschouwingen hieronder maar verder voltooien. punt 5 d. De in de Bijlage A gebezigde cijfers geven het num mer aan van het onderdeel, dus niet het aantal. 2 A. I Bg. beteekent dus de 2e batterij van de le Afdeeling berg-artillerie; 1 Inf. XV beteekent dus de le compagnie van het XVe Batal jon infanterie. Wil men aangeven: 1 compagnie van het XVe Bataljon Inf., dan wordt de afkorting voor het betrekkelijke onderdeel ingelascht, dus: 1 cie Inf. XV. Zoo beteekent dus: Inf. XV min 2,3: het XVe Bataljon Infanterie behalve de 2e en 3e compagnie, doch: 199

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 73