vonden. Hij leest dus den oorspronkelijken tekst mede en wéét dus, dat het bericht moet worden doorgezonden. Vangt hij nu eenigen tijd later een voor hem nog onbegrijpelijk bericht op, dat door den geadresseerde van het oorspronkelijke bericht wordt verzonden, dan is het logisch, dat hij die beide berichten naast elkaar legt en nauwkeurig met elkander vergelijkt, en het behoeft nauwelijks betoog dat, indien de beide klare teksten ge heel gelijk waren, óók de sleutel, welke bij de vercijfering van de doorzending werd gebruikt, gróót gevaar loopt te worden ge compromitteerd. punt 25 f. Om geheel dezelfde redenen verdient het ook ten zeerste aanbeveling om bij een (gevraagde) herhaling den oor spronkelijken tekst in andere bewoordingen om te zetten. Voor herhaling van enkele groepen is zulks meestal niet goed doenlijk, omdat men het zinsverband met den oorspronkelijken tekst moet behouden; in verband hiermede moet een verzoek om herhaling van enkele groepen ook steeds in hetzelfdegeheim schrift worden gesteld. punt 25 g. Zéér terecht verbiedt het voorschrift eens en voor altijd het gebruik van geheimschrift en van klare taal in één en hetzelfde bericht, want zoo èrgens, dan vindt men bij dergelijke berichten in de klare gedeelten vaak zeer mooie aanwijzingen aangaande de beteekenis van de vercijferde gedeelten. De uitzondering hierop, genoemd in punt 25 h, zal bij de behan deling van Hoofdstuk V nader worden toegelicht. punt 25 k. Dit punt is van groot belang, zélfs al verwisselt men vaak van sleutelwoord. Teneinde het daaraan verbonden gevaar door een historisch voorbeeld uit den wereldoorlog te illustreeren, moge ik hier nog eens aanhalen hetgeen ik dienaangaande schreef in een artikel, getiteld „Cryptografische ervaringen uit den wereldoorlog", voor komende in No. 5 van den jaargang 1932 van dit tijdschrift (blz. 359). „Een andere opgedane ervaring leerde het gevaar kennen, dat „gelegen is in het aannemen van vaste gewoonten, zoomede in het „gebruik van vaste formules". „Een Divisiecommandant in den sector van den Chemin des „Dames had in 1918 de opdracht gegeven aan zijn regimentscom- „mandanten in voorste lijn, om eiken morgen een kort verslag „betreffende het verloop van den nacht uit te brengen. Dit ge schiedde steeds telegrafisch, en indien niets bijzonders was voor gevallen, in de bewoordingen„Nacht kalmgeen bijzonder heden" „Toen nu het „carnet" (d.i. een zeer beperkte code in den vorm „van een zakboekje) veranderde, bleef deze gewoonte ongewijzigd, 205

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 79