Het is daarom ook voor ons zeer zeker nuttig om van de inzich
ten van deze schrijvers kennis te nemen, want ofschoon onze
strijdkrachten van heel wat bescheidener afmetingen zijn, zijn er
voor ons ten aanzien van de verdediging van Nederlandsch-Indië
zeker leeringen uit te trekken.
LUCHTBOM OF ARTILLERIEPROJECTIEL.
Cdr. Ramsey begint met te zeggen dat sedert den oorlog op het
gebied van het afwerpen van bommen groote vorderingen zijn
gemaakt. De ballistiek van de bomworp is even goed een weten
schap geworden als die van het schieten, waarbij men op de bij het
schieten opgedane ervaringen kon voortbouwen. Zoo is men in den
laatsten tijd zelfs aan het zoeken naar middelen om de bom op
dezelfde wijze af te werpen als men een kanon afvuurt. In ieder
geval is de vooruitgang in de techniek van het bommenwerpen zoo
groot en deze zal in de naaste toekomst nog wel grooter wor
den dat de vraag „of aan de luchtbom dan wel aan het geschut
de voorkeur moet worden gegeven" alleszins gewettigd is.
Het gaat hierbij niet in de eerste plaats om het middel kanon
of vliegtuig maar om de soort projectiel, want de uitwerking
van vele moderne bommen komt met die van het zwaarste geschut
vrijwel overeen. Bij hetzelfde gewicht heeft de bom een grootere
springlading, terwijl het artillerieprojectiel een sterkere wand
heeft.
Welke bommen kunnen meegevoerd worden
Cdr. Ramsey vervolgt dan, dat hoewel men bommen van 1800
kg. geconstrueerd heeft, bij het publiceeren van de gegevens hier
over meestal niet vermeld wordt, dat de gebruiksmogelijkheid
van deze bommen zeer beperkt is, zóó beperkt, dat het momenteel
in de meeste gevallen uitgesloten zal zijn met dergelijke bommen
aan te vallen.
De moeilijkheid is namelijk gelegen in het feit, dat ten aanzien
van de door een vliegtuig mede te voeren bommenlast grenzen ge
steld mokten worden. Elke verhooging van deze bommenlast
gaat ten koste van de mede te voeren bedrijfsstoffenvoorraad.
Cdr. Ramsey stelt de eisch, dat een vliegtuig, dat van een
basis op het land ageeren moet, zich tot op minstens 800 km van
de kust moet kunnen verwijderen om voor een aanval op vijan
delijke schepen gebruikt te kunnen worden. Hij berekent, dat bij
een vliegsnelheid van 200 km p.u. en een reserve van 2 uur ben
zine dat vliegtuig voor 10 uur benzine aan boord moet hebben,
waarbij hij dan tot een gewicht aan bedrijfsstoffen en bommenlast
alleen (één bom van 1800 kg) van ruim 10.000 kg komt. Het is
ons onbegrijpelijk hoe dit gewicht van 10.000 kg berekend is.
Indien wij van dit getal uitgaan, komen we tot een vliegtuig met
208